"U bent van harte uitgenodigd op de voorstelling van de onderbouwmusical. Koop nu kaartjes via de app."
3. Welk soort signaalwoorden lees je in deze zin? "Eerst gaan we een cake bakken, daarna snijden we die aan en tot slot eten we hem op."
Slide 3 - Slide
Startopdracht
Noteer de vier tekstdoelen: amuseren, activeren, informeren, overtuigen
activeren
3. Welk soort signaalwoorden lees je in deze zin? "Eerst gaan we een cake bakken, daarna snijden we die aan en tot slot eten we hem op."
=> chronologisch tekstverband
Slide 4 - Slide
Leerdoel deze week
Je schrijft je fabel af
Je leest in je leesboek
Je kent de kernmerken van een informatieve tekst, de functies van inleiding en slot en het samenvattend tekstverband. Deze kennis pas je toe in teksten over onderwijs.
Slide 5 - Slide
Huiswerk
Opdrachten 5, 6 en 7 uit Talent maken, par. 1.3
Leer blauwe theorieblokken van par. 1.3
Meenemen: boek van Talenten schrift en computer
Slide 6 - Slide
Zelfstandig werken
1. Fabel afschrijven in Test-Correct. 250 woorden; kenmerken van fabel verwerken. Inleveren.
Lees je fabel na en zo nodig verbeter je op papier.
Opdr. leesvaardigheid nakijken, zie print
opdr. 10, 12, 13, 14 maken (par.1.3)
Lezen in je leesboek
Slide 7 - Slide
T H 2 M
20 november
Welkom!
Slide 8 - Slide
Docent
Slide 9 - Slide
Startopdracht
Welk tekstdoel heeft een tekst uit een schoolboek?
Noteer het tekstverband uit de volgende zin: "Ik vind het koud, maar ik trek geen jas aan."
Schrijf een goed geformuleerde zin op met twee verschillende signaalwoorden voor opsommend verband.
Slide 10 - Slide
Startopdracht
Welk tekstdoel heeft een tekst uit een schoolboek? INFORMEREN
TEGENSTELLEND tekstverband "Ik vind het koud, maar ik trek geen jas aan."
"Voor een cake heb je eieren EN boter EN suiker EN OOK melk nodig."
Slide 11 - Slide
Leerdoel deze week
Je schrijft je fabel af
Je leest in je leesboek
Je kent de kernmerken van een informatieve tekst, de functies van inleiding en slot en het samenvattend tekstverband. Deze kennis pas je toe in teksten over onderwijs.
Meenemen: boek van Talent, schrift, reader en computer
Slide 13 - Slide
Leesvaardigheid
uitleg
Talent Hst 2
Slide 14 - Slide
Informatieve tekst
tekstdoel is informeren, dus het gaat niet om de mening van de schrijver
er kunnen wel meningen van deskundigen in voorkomen
bevat vooral feitelijke informatie:
bv. gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden; bv. dingen die in werkelijkheid bestaan; bv. kennis vanuit onderzoek; bv. instructies die je kunt uitvoeren.
Slide 15 - Slide
Informatieve tekstsoorten
nieuwsbericht
tekst uit een schoolboek
handleiding
wetenschappelijk artikel
Slide 16 - Slide
De inleiding heeft een doel of functie
Aandacht trekken van de lezer (zodat deze verder gaat lezen), of
onderwerp noemen of beschrijven, of
centrale vraag stellen, of
mening geven van de schrijver (bij overtuigend tekstdoel), of
samenvatting geven (b.v. bij nieuwsbericht)
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Ook een slot heeft een functie:
een conclusie geven
let op signaalwoorden: 'dus', 'daarom', 'dan ook': deze geven een concluderend tekstverband weer
een samenvatting geven van het belangrijkste uit de tekst
let op signaalwoorden voor samenvattend tekstverband: 'kortom', 'samenvattend'
een advies geven, herkenbaar aan zinnetjes als 'Het is beter..' of 'Het is raadzaam om ..'
een toekomstverwachting uitspreken
Slide 19 - Slide
Signaalwoorden van samenvattend tekstverband:
Kortom, het is duidelijk dat...
Samenvattend kunnen we stellen dat,..
Al met al is het duidelijk dat....
Om kort te gaan: ....
Dit zijn dus signaalwoorden voor een samenvattend tekstverband: hierbij zet de schrijver eerder genoemde informatie nog eens op een rijtje.
Slide 20 - Slide
Reader leesvaardigheid
Onderwijs => basisschool => Citotoets. Hoe vond jij die tijd van de Citotoets?
Actief lezen: belangrijkste informatie per alinea markeren van tekst 1.
Onbekende of moeilijke woorden: noteer deze op pag. 3
Inleiding: bepaal de functie (aandacht trekken / onderwerp noemen / aanleiding / centrale vraag / mening / samenvatting)
Slide 21 - Slide
Noteer in je Plenda op 26-11
Reader leesvaardigheid: tekst 1 lezen, opdracht 2 t/m 5 maken en betekenis van moeilijke woorden opzoeken en noteren.
Je zoekt woorden op in een woordenboek, www.vandale.nl of www.woorden.org.
Talent: Hst 2.3: tekst 1 lezen en opdr. 5 t/m 8 maken
Leesboek mee
Slide 22 - Slide
Wat heb je deze week bereikt?
Je schrijft je fabel af
Je leest in je leesboek
Je kent de kernmerken van een informatieve tekst, de functies van inleiding en slot en het samenvattend tekstverband. Deze kennis pas je toe in teksten over onderwijs.
Slide 23 - Slide
T H 2 M
13 november
Welkom!
Slide 24 - Slide
Docent
Slide 25 - Slide
Uitleg leesvaardigheid
Herhaling klas 1
Slide 26 - Slide
Theorie leesvaardigheid klas 1
Het onderwerp van een tekst bepalen
Leesstrategieën: Globaal/verkennend, nauwkeurig, zoekend en studerend lezen
Deelonderwerp van een alinea bepalen
Hoofdgedachte van een tekst bepalen
Inleiding en het slot van een tekst herkennen.
Tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden
Tekstdoelen in een tekst herkennen
Informatie uit illustraties en tabellen duiden
Slide 27 - Slide
Lees aandachtig pag. 231-232 van Talent
klaar? Lees de blauwe theorieblokken
vanaf pag. 21 (H1.3, Lezen)
timer
3:00
Slide 28 - Slide
Schrijf op in je schrift:
Drie signaalwoorden voor opsommend verband zijn:
Twee signaalwoorden voor tegenstellend verband zijn:
Een zin met een redengevend verband;
Een zin met een signaalwoord voor een conclusie;
Een advertentie heeft als tekstdoel:.... (informeren activeren-overtuigen-amuseren)
Een tekst over de geschiedenis van de democratie heeft als tekstdoel:.... (informeren activeren-overtuigen-amuseren)
Slide 29 - Slide
Zelfstandig werken (in Plenda, 19-11)
Opdrachten 5, 6 en 7 uit Talent maken, par. 1.3
Leer blauwe theorieblokken van par. 1.3
Meenemen: boek van Talenten schrift en computer
Volgende les ontvang je je reader van Leesvaardigheid