Medicatie les 2

Regels rondom medicatie 2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Regels rondom medicatie 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

ZZO.3SA
Les 1
Les 2
Week 1
Regels rondom medicatie
Regels rondom medicatie
Week 2
Medicatie werking 
Medicatie werking
Week 3
Hart
A6
Hart ziekten
P6
Week 4
-
Herhaling hart/TM
6
Week 5
Bloed en bloedvaten
A6
Ziekten bloedvaten
P6
Week 6
Ademhalingsstelsel
A7
Ziekte luchtwegen
P7
Week 7
Afweersysteem
A9
Ontsteking en infectie
P2
Week 8
Eindopdracht
TM
Week 9
TM
Eindopdracht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Medicatie les 1

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Een medicijn kan een ......
A
Genezende werking hebben
B
Verschijnselen verminderen
C
Preventieve werking hebben
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Deze tabletten vullen tekorten aan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Onder deze wet staan medicijnen die gevaarlijk kunnen zijn. Bijvoorbeeld morfine, bepaalde slaapmiddelen en kalmerende middelen. 

A
Wet BIG
B
Geneesmiddelenwet
C
Opiumwet
D
Wet op medicijnen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


A
Symptoombestrijder
B
Genezende werking
C
Tekorten aanvullen
D
Placebo

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Je gaat een cliënt medicatie geven. Je checkt of alles klopt. Dit doe je aan de hand van de 6 J's. Welke is juist?
A
Juiste patiënt, juiste geboortedatum, juiste medicijn, juiste houdbaarheid, juiste naam en juiste ziektegeschiedenis.
B
Juiste indicatie, juiste dosering, juiste houdbaarheid, juiste patiënt, juiste toedieningsweg, juist tijdstip.
C
Juiste patiënt, Juiste medicatie, Juiste dosering, Juiste tijdstip, Juiste toedieningsweg, Juiste houdbaarheid
D
Juiste indicatie, juiste arts, juist medicijn, juiste dosering, juiste houdbaarheid, juist tijdstip, juiste patiënt.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Antibiotica
A
Symptoombestrijder
B
Genezende werking
C
Tekorten aanvullen
D
Preventieve werking

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een indicatie?
A
Een bijwerking
B
Een reden om het niet in te nemen
C
Een symptoom
D
De reden waarom je het neemt

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een generieke naam van een medicijn...
A
is de merknaam van de fabrikant
B
geeft aan wat de werkzame stof is
C
is een groepsnaam voor bepaald medicijn

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Insuline
A
Symptoombestrijder
B
Genezende werking
C
Tekorten aanvullen
D
Placebo

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een contra-indicatie?
A
De reden waarom je het middel gebruikt
B
Een bijwerking
C
Een symptoom
D
Een reden voor het niet gebruiken van een middel

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


A
Symptoombestrijder
B
Genezende werking
C
Tekorten aanvullen
D
Preventieve werking

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat staat er op een recept?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Datum
Naam en geb. datum patient
Naam medicijn
Dosering
Wijze van toediening
Duur van gebruik
Naam, adres en handtekening arts

Slide 16 - Slide

MGA betekent 'met gereguleerde afgifte'
Opdracht
- Zoek op waar een medicatiedoosje en etiket aan moet voldoen (12 regels)
- Maak een eigen ontworpen nepmedicijn met op het doosje de juiste informatie

Zorg ervoor dat alles wat je opschrijft ook begrijpt!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Naam apotheek
7
Afleveringsdatum
3
Merknaam
2
Dosering
8
Wijze van toediening
5
Naam en geb.datum patient
4
Bewaarvoorschrift
6
Uiterste gebruiksdatum
1
Waarschuwingen
9
Generieke naam/ Stofnaam
10
Droog en koel bewaren

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions