4.3 De bloedsomloop

Djano
Sey
Chéden
Keano
Aneidy
Kim
Anouk
Jahvendrix
Chabo
Gaby
Pavel
Sara
Omar
                 bord       en         docent
Pak je boek, je IPad en log alvast in!
Als je op je IPAD werkt, log je ook alvast in bij Malmberg! BVVJ thema 4. 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Djano
Sey
Chéden
Keano
Aneidy
Kim
Anouk
Jahvendrix
Chabo
Gaby
Pavel
Sara
Omar
                 bord       en         docent
Pak je boek, je IPad en log alvast in!
Als je op je IPAD werkt, log je ook alvast in bij Malmberg! BVVJ thema 4. 

Slide 1 - Slide

Vandaag
Absentie
Herhaling vorige les
Nakijken
Doel van deze les
Uitleg
Samen lezen van de tekst
Maken van de opdrachten (huiswerk)
(als we al klaar zijn: nakijken van de opdrachten)
Afsluiten (laatste 5 min) 

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 4 'De bloedsomloop'
  1. Bloed
  2. De bloedvaten
  3. De bloedsomloop
    herhaling basisstof 1, 2 en 3
  4. Het hart
  5. De nieren en samenhang
  6.  Afweer
    Proeftoets en werk controle
  7. Toets

Slide 3 - Slide

Doel vorige les
- Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun functies.


Bloed stroomt door bloedvaten naar alle plaatsen in je lichaam. Je hebt verschillende typen bloedvaten.
  1. slagaders
  2. haarvaten
  3. aders

 

Slide 4 - Slide

Haarvaten zorgen voor:
A
ze geven zuurstofarm bloed aan de organen
B
ze geven zuurstofrijk bloed aan de organen

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van slagaders?
A
Ze vervoeren zuurstofrijk bloed van longen naar de rest van je lijf.
B
Ze vervoeren zuurstofarm bloed van longen naar de rest van je lijf.

Slide 6 - Quiz

Welke bloedvaten zijn het grootst en liggen diep in je lichaam?
A
Slagaders
B
aders
C
haarvaten

Slide 7 - Quiz

Opdracht 1 – 7 blz 179 – 184

Slide 8 - Slide

Doel deze les
- Je kunt de bloedvaten in het
bloedvatenstelsel noemen


- Je kunt de dubbele
bloedsomloop beschrijven

 

Slide 9 - Slide

Uitleg basisstof 3 'De bloedsomloop'
Bloedvatenstelsel = Alle bloedvaten van een mens en het hart
Bloedsomloop = Het stromen van het bloed door het lichaam

 

Slide 10 - Slide

Bloedvatenstelsel

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Namen van de bloedvaten
Slagaders = deze vaten lopen VAN het hart af, NAAR de organen.
Het bloedvat NAAR de lever, noem je de leverslagader
Het bloedvat NAAR de darmen, noem je de darmslagader.
   

Slide 13 - Slide

Hoe noem je het bloedvat naar je been
A
Beenslagader
B
beenader

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je het bloedvat naar je hand
A
handslagader
B
handader

Slide 15 - Quiz

Namen van de bloedvaten
Aders = deze vaten lopen NAAR het hart, VAN de organen af.
Het bloedvat VAN de lever, noem je de leverader
Het bloedvat VAN de darmen, noem je de darmader.
   

Slide 16 - Slide

Hoe noem je het bloedvat die van je been af gaat?
A
Beenslagader
B
beenader

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je het bloedvat die van je hand af gaat?
A
handader
B
handslagader

Slide 18 - Quiz

Aparte namen:
aorta: de grootste slagader van het lichaam. Deze begint bij het hart. De vertakkingen gaan naar de organen. 
Holle ader: na de organen verzamelen alle
vertakkingen zich in deze ader. De holle ader
loopt naar het hart. 

  

Slide 19 - Slide

Doel deze les
- Je kent het verschil tussen grote 
bloedsomloop en kleine bloedsomloop 


 

Slide 20 - Slide

de bloedsomloop
dubbele bloedsomloop = het gaat
2x door het hart heen. 
Kleine en grote bloedsomloop samen. 
Kleine bloedsomloop = tussen hart
en longen
Grote bloedsomloop = tussen hart
en de rest van het lichaam. 

Slide 21 - Slide

Samen lezen en aan de slag
in je boek --> blz 185
online --> Malmberg, BVVJ, HFST 4, basisstof 4.3, lesstof

Schrijf mee, dat scheelt weer huiswerk! Ga ik te snel, geeft het vriendelijk aan. 

Slide 22 - Slide

De kleine bloedsomloop:
A
beslaat het hele lichaam
B
beslaat alleen de longen en het hart

Slide 23 - Quiz

De dubbele bloedsomloop heet zo, omdat...
A
Het bloed 2x door het hart gaat
B
Het bloed gaat door 2 benen

Slide 24 - Quiz

De grootste slagader in je lijf, heet de:
A
holle ader
B
aorta

Slide 25 - Quiz

de grootste ader in je lijf heet:
A
holle ader
B
aorta

Slide 26 - Quiz

De holle ader die van boven komt, heet...
A
onderste holle ader
B
bovenste holle ader

Slide 27 - Quiz

De bovenste holle ader heet zo omdat alle aders hierin samenkomt die boven je hart zitten.
A
waar
B
onwaar

Slide 28 - Quiz