week 4 les 1

 Binding in moleculen 
Systematische Naamgeving
Atoombinding
Polariteit


1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

 Binding in moleculen 
Systematische Naamgeving
Atoombinding
Polariteit


Slide 1 - Slide

Systematische naamgeving

Slide 2 - Slide

Systematische naamgeving
moleculaire stoffen
1. Nooit het telwoord mono- voor het eerste element, wel bij alle volgende


2. Alleen het laatste element heeft de uitgang -ide
 
CO
is koolstofmono-oxide, niet monokoolstofmono-oxide
CSO
is koolstofmonozwavelmono-oxide, niet koolstofmonosulfidemono-oxide

Slide 3 - Slide

wat is de molecuulformule van diwaterstofsulfide

Slide 4 - Open question

wat is de formulemassa van koper(I)oxide

Slide 5 - Open question

wat is de verhoudingsformule van koper(II)oxide

Slide 6 - Open question

geen Griekse telwoorden bij naamgeving zouten !

Slide 7 - Slide

wisselende lading van metalen
metalen kunnen soms verschillende ladingen hebben. 
zo kan ijzer Fe2+ of Fe3+ zijn
de lading geven we dan aan met een romeins cijfer bijvoorbeeld ijzer (II) of ijzer(III)
zo is de formule van koper(I)oxide
Cu2
(koper heeft lading 1+ en oxide 2-)

Slide 8 - Slide

welke metalen hebben meerdere ladingen?

Slide 9 - Mind map

wat is een covalente binding?

Slide 10 - Mind map

Atoombinding in H2

Slide 11 - Slide

Meer atoombindingen
Ook hier geldt dus weer de octetregel!

Slide 12 - Slide

Atoombinding
Gemeenschappelijk elektronenpaar:
2 gedeelde elektronen (van ieder atoom) vormen samen een covalente atoombinding.

Covalentie:
aantal bindingen dat (niet-metaal) atoom kan vormen

Slide 13 - Slide

Structuurformules
Een streepje geeft het gedeelde elektronenpaar weer
Een streepje is dus een binding

Slide 14 - Slide

covalentie en Lewis structuren
De covalentie van atomen helpt ons een molecuulstructuur te tekenen.
Soms is dit echter niet genoeg. Hoe zijn de elektronen verdeeld? Wanneer krijg je een enkele of een dubbele binding?

Hiervoor is de Lewis structuur een goed hulpmiddel.
De Lewis structuur is een structuurformule met ALLE valentie elektronen.
Lewis structuur van C, N en O:

Slide 15 - Slide

Covalentie
4 3 2 1

Slide 16 - Slide

Polaire en apolaire stoffen
H2O (polair)
CH4 (apolair)

Slide 17 - Slide

Polaire atoombinding
Het ene atoom trekt harder aan het gedeelde elektronenpaar dan het ander
- Verschuiving  elektronenpaar naar hoogste elektronegativiteit
- "Partiële lading" (δ- en δ+)

Slide 18 - Slide

Elektronegativiteit
Het verschil in elektronegativiteit (ΔEN) bepaalt het soort binding (BiNaS 40A)

ΔEN
Soort binding
Voorbeeld
< 0,4
Apolair
C-H, C-S, C=S
0,4-1,7
Polair
C-F, H-Cl, C-O, C=O
> 1,7
Ion
Na+ Cl-

Slide 19 - Slide

Wat is de covalentie van stikstof?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quiz

Welke binding is polair?
A
Tussen 2 atomen met ΔEN 0,4-1,7
B
Tussen 2 niet-metalen
C
Tussen een metaal en een niet-metaal
D
Tussen 2 atomen met ΔEN 0,6-1,5

Slide 21 - Quiz

Welke stof bevat een polaire atoombinding
A
methaan
B
Stikstof
C
propanol
D
propaan

Slide 22 - Quiz

Is de atoombinding tussen C en C polair of apolair?
A
polair
B
apolair

Slide 23 - Quiz

polair
Apolair
Ion
C-O
C-C
C-H
O-H
Na-Cl
C-F
Ca-F

Slide 24 - Drag question

huiswerk maar opdracht 2,6 t/m 2,10

Slide 25 - Slide