This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
B3: Bloedvaten
Slide 1 - Slide
Deze les:
Herhaling basisstof 2.
Uitleg basisstof 3.
Slide 2 - Slide
Echt heel belangrijk!
Slide 3 - Slide
En deze ook!
Slide 4 - Slide
Hoe heet het bloedvat van de longen naar het hart?
A
Holle ader
B
Longslagader
C
Aorta
D
Longader
Slide 5 - Quiz
Hoeveel kamers heeft het hart?
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 6 - Quiz
Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden
Slide 7 - Quiz
Het hart krijgt ZELF zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta
Slide 8 - Quiz
Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
Slide 9 - Quiz
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 10 - Quiz
Het hart pompt het bloed rond met heel veel kracht. Welk gedeelte van het hart is het sterkst?
A
linkerboezem
B
linkerkamer
C
rechterkamer
D
rechterboezem
Slide 11 - Quiz
Hoeveel boezems heeft het hart?
A
1
B
4
C
3
D
2
Slide 12 - Quiz
Hart
A
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de aorta
B
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longader
C
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de holle ader
D
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longslagader
Slide 13 - Quiz
Leerdoelen:
Je kunt de 3 typen bloedvaten noemen en hun functies.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens de slagaders en aders benoemen en de samenstelling van het bloed aangeven.
Slide 14 - Slide
1 netwerk.
Slide 15 - Slide
3 typen.
Slide 16 - Slide
Bloedvatenstelsel
Rood = zuurstofrijk
Blauw = zuurstofarm.
Meeste slagaders en aders zijn vernoemd naar het orgaan waar ze naar toe gaan.
Slide 17 - Slide
Poortader
Brengt het bloed van de darmen naar de lever.
De lever zorgt dat de hoeveelheid glucose ongeveer gelijk blijft in je bloed. Als dit te veel is wordt de glucose omgezet in glycogeen dat kan worden opgeslagen in je lever.