Kapitel 3 - Grammatik C

Kapitel 3 - Grammatik C
het zwakke werkwoord met stam op -d of -t
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Kapitel 3 - Grammatik C
het zwakke werkwoord met stam op -d of -t

Slide 1 - Slide

Lernziel dieser Stunde
  • Je kunt het zwakke werkwoord met een stam op -d of -t vervoegen.

Slide 2 - Slide

Huh? Wie?

Slide 3 - Slide

Wie war das nochmal?
Een zwak werkwoord vervoeg je door de esttenten-regel toe te passen:
Stap 1) Neem de stam van het werkwoord (haal -en/-n eraf)
Stap 2) Vul de juiste uitgang in


Slide 4 - Slide

esttenten-regel (normaal)
stam
uitgang
ich
wohn
e
du
wohn
st
er/sie/es
wohn
t
wir
wohn
en
ihr
wohn
t
sie/Sie
wohn
en

Slide 5 - Slide

esttenten-regel (stam op -d of -t)
stam
uitgang
ich
meld
e
du
meld
est
er/sie/es
meld
et
wir
meld
en
ihr
meld
et
sie/Sie
meld
en

Slide 6 - Slide

Übung macht den Meister!

Slide 7 - Slide


Wat is de stam van
"lachen"?

Slide 8 - Open question


Wat is de stam van
"fressen"?

Slide 9 - Open question

Welke persoon?

"Luna geht spazieren."
A
ik
B
wij
C
zij (enkelvoud)
D
jullie

Slide 10 - Quiz

Welke persoon?

"Mette und Fiene gehen zur Schule"
A
zij (meervoud)
B
wij
C
zij (enkelvoud)
D
jullie

Slide 11 - Quiz

Welke persoon?

"Meine Katze ist sehr süß."
A
jij
B
zij (meervoud)
C
zij (enkelvoud)
D
ik

Slide 12 - Quiz

(reiten) du am Samstag?

Slide 13 - Open question

(reden) Alex oft über sein Hobby?

Slide 14 - Open question

Gibt es noch Fragen?

Slide 15 - Slide