Les 1.8 Spelling KGT 1C 1D GL 1B

1.8 Spelling
Vak: Nederlands 
Jaar: 1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

1.8 Spelling
Vak: Nederlands 
Jaar: 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik op de vorige les 
Persoonsvorm :  Maak de zin vragend of zet het in een andere tijd. 
Onderwerp: Wie of wat + persoonsvorm? 
Zinsdeelproef: kan je helpen om zinsdelen te benoemen. Zoek de persoonsvorm en zet zinsdeelstrepen. 
Zinsdelen: Zet het zinsdeel voor de persoonsvorm om een zinsdeel te controleren. 
Werkwoord: drukt een handeling, gebeurtenis of toestand uit.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Formatieve toetsing 
1. Zijn hondje blafte heel hard tegen de buurman 
2. Haar zusje kocht een mooie bloem voor haar. 
3. Gisteren heb ik mijn jas aan Anouk gegeven.
4. Tom heeft vorige week woensdag een nieuwe auto gekocht.

Onderwerp
Persoonsvorm 
Verdeel de zin in zinsdelen.


timer
8:00

Slide 3 - Slide

Antwoorden: 

Zijn hondje | blafte | heel hard | tegen de buurman.
Antwoorden
1. Zijn hondje | blafte | heel hard | tegen de buurman.
2. Haar zusje | kocht | een mooie bloem | voor haar.
3. Gisteren | heb | ik | mijn jas | aan Anouk | gegeven.
4. Tom | heeft | vorige week woensdag | een nieuwe auto | gekocht.

Slide 4 - Slide

Antwoorden: 

Zijn hondje | blafte | heel hard | tegen de buurman.
Groepsplan 
Heb je 0 of 1 fout? Maak de vragen uit hoofdstuk 1.7 in Malmberg- Talent
Klaar? Lees zelfstandig de lesstof uit hoofdstuk 1.8 en maak de volgende opdrachten 2, 4, 5, 6, 11 en 12. 

Heb je 2-3 fouten? Luister naar de klassikale uitleg. Maak hierna zelfstandig de digitale opdrachten die horen bij hoofdstuk 1.7 van Talent-Malmberg.

Heb je 3 of meer fout?  Luister naar de klassikale uitleg, en oefen verder onder begeleiding van de docent. 

Slide 5 - Slide

Antwoorden: 

Zijn hondje | blafte | heel hard | tegen de buurman.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les ben je in staat om:

  • leestekens, waaronder hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens, correct toe te passen in een geschreven tekst.
  • de tegenwoordige tijd van werkwoorden correct te schrijven door de juiste vormen en regels toe te passen. 

Slide 7 - Slide

"Grammatica leren helpt me beter schrijven en spreken, waardoor ik duidelijk en zelfverzekerd kan communiceren. 
Nut van deze les 
  • Spelling leert je om foutloos te kunnen schrijven. 
  • Spelling zegt iets over jou als persoon.
  • Spelling maakt onderdeel uit van de toets.

Slide 8 - Slide

 Een foutloze tekst doet niet alleen de Nederlandse taal eer aan, maar ook jou als schrijver ervan. Wie foutloos schrijft, levert verzorgd werk af en neemt zijn werk uiterst serieus. En dat zegt op zijn beurt weer iets over hoe de lezers naar jou als persoon kijken
Leestekens

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Leestekens zijn belangrijk


Voorbeeld 

  • Henk zei: 'Marieke, ik ben verliefd je.'
  • 'Henk,' zei Marieke. 'Ik ben verliefd op je.'
  • In zin 1 is hij verliefd op haar. In zin 2 is zij verliefd op hem.
  • Door de leestekens zie je wat er wordt bedoeld. 


Betekenis en interpretatie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions



  • Een zin begint altijd met een hoofdletter.
  • Een punt staat aan het eind van een gewone zin.
  • Een vraagteken staat aan het eind van een vraagzin.
  • Een uitroepteken staat na een uitroep.


De deur van mijn kamer staat open.

De deelnemers presenteren hun act.

Zijn ze erg zenuwachtig?

Doe je best!
Leestekens

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Begin en einde van zinnen 

Let op! 
  • 's Morgens eet ik twee boterhammen. 
  • 'k Heb geen zin in die flauwekul.
  • ’t Is ook altijd wat met jou.






Als het eerste woord van de zin uit een apostrof en één letter bestaat, krijgt het eerste volledige woord wel alsnog de ‘ontbrekende’ hoofdletter; dit is historisch zo gegroeid

Slide 12 - Slide

In het Nederlands schrijven we tijdsaanduidingen als "s morgens," "s avonds," en "s nachts" met kleine letters omdat deze aanduidingen als bijwoorden worden beschouwd. Ze worden niet als zelfstandige namen of titels behandeld, daarom worden ze niet met een hoofdletter geschreven, tenzij ze het begin van een zin vormen.
Een uitroepteken staat na een uitroep.


1. Bij een opsomming
2. Als je iemand aanspreekt
3. Tussen twee persoonsvormen
4. Voor voegwoorden zoals want, maar, omdat


1. Meng de komkommer met de sla, de tomaten, de uitjes en de dressing.
2. Rachida, kun je mij het bestek aangeven?
3. Als je klaar bent, mag je het gerecht opeten.
4. Het gerecht was heerlijk, want ik had het zelf gemaakt
Komma (GL)

Slide 13 - Slide

In de zin "Oh nee, ik heb mijn sleutels vergeten!" wordt de komma gebruikt na "Oh nee" om de uitroep te markeren. De komma geeft aan dat de uitdrukking "Oh nee" een onderbreking is in de zin en een bepaalde toon of emotionele lading draagt. Het is een manier om de nadruk te leggen op de emotie of de urgentie die wordt uitgedrukt met de uitroep "Oh nee." Hierdoor wordt de zin effectiever en expressiever


1. Als je een gesprek opschrijft zoals het gezegd wordt.

2. Als je een stukje uit een tekst letterlijk overneemt.

3. Als je een woord speciale aandacht wilt geven.


1. De coach zei: ‘We gaan een nieuwe tactiek toepassen in de wedstrijd.’

2. De uitspraak ‘Meedoen is belangrijker dan winnen’ hoort bij de Olympische Spelen.

3. Hoe spel je ‘coach’ eigenlijk?
Aanhalingstekens (GL)

Slide 14 - Slide

In de zin "Oh nee, ik heb mijn sleutels vergeten!" wordt de komma gebruikt na "Oh nee" om de uitroep te markeren. De komma geeft aan dat de uitdrukking "Oh nee" een onderbreking is in de zin en een bepaalde toon of emotionele lading draagt. Het is een manier om de nadruk te leggen op de emotie of de urgentie die wordt uitgedrukt met de uitroep "Oh nee." Hierdoor wordt de zin effectiever en expressiever
 Interpunctie. Oefening 
Denk aan de hoofdletters, punten, komma's en uitroeptekens! 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden: 1
  • Ik ga naar school. of Ik ga naar school!
  • Hallo, hoe gaat het?
  • Heb je zin om af te spreken?
  • Zij houdt van ijs.
  • De zon schijnt vandaag. of De zon schijnt vandaag!
  • Mijn lievelingskleur is blauw.
  • Help, ik ben verdwaald!
  • Wanneer is je verjaardag?
  • Amsterdam is de hoofdstad van Nederland. 
  • Jan leest een boek.
  • Heb je mijn bericht ontvangen?
  • Nee, dat moet je niet doen! 
  • Gefeliciteerd met je diploma! 
  • Eten we vanavond Pizza?
  • Pas op voor die hond! 
  • Oh nee, ik heb mijn sleutels vergeten!



Slide 16 - Slide

In de zin "Oh nee, ik heb mijn sleutels vergeten!" wordt de komma gebruikt na "Oh nee" om de uitroep te markeren. De komma geeft aan dat de uitdrukking "Oh nee" een onderbreking is in de zin en een bepaalde toon of emotionele lading draagt. Het is een manier om de nadruk te leggen op de emotie of de urgentie die wordt uitgedrukt met de uitroep "Oh nee." Hierdoor wordt de zin effectiever en expressiever


  • "Wil je vandaag spelen?",  vraagt Luuk.
  • Taylor zegt: "Ik ga vandaag naar het strand."
  • Juf zegt: "Ik kan zien dat je goed geleerd hebt."
  • Dit jaar ga ik niet naar IJsland, Duitsland of Zweden op vakantie.


  • "Ik zie de volgende kleuren: bruin, oranje, groen, rood en geel", zegt Elijah. 
  • " Ik vind het heel fijn om buiten te spelen", zegt Faas. 
  • Norah vraagt: " Zijn er ook bijen dichtbij school?" 
  • Bijen leven overal, behalve op Antarctica", las Dylan in de krant. 



Antwoorden 2

Slide 17 - Slide

In de zin "Oh nee, ik heb mijn sleutels vergeten!" wordt de komma gebruikt na "Oh nee" om de uitroep te markeren. De komma geeft aan dat de uitdrukking "Oh nee" een onderbreking is in de zin en een bepaalde toon of emotionele lading draagt. Het is een manier om de nadruk te leggen op de emotie of de urgentie die wordt uitgedrukt met de uitroep "Oh nee." Hierdoor wordt de zin effectiever en expressiever
Tegenwoordige tijd van werkwoorden

Enkelvoud:
ik loop
jij loopt
hij loopt

Meervoud:

wij lopen
jullie lopen
zij lopen 



Enkelvoud:
ik word
jij wordt
hij wordt

Meervoud:
wij worden
jullie worden
zij worden

Slide 18 - Slide

De persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pv-tt-ev) heeft twee vormen.
                                       Voorbeeld
1. De ik-vorm Ik loop (stam)
2. Ik-vorm + -t  
Tegenwoordige tijd van werkwoorden 
De persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pv-tt-ev) heeft twee vormen.       
                                       Voorbeeld
1.  De ik-vorm            Ik loop (stam)                                 
2. Ik-vorm + -t           hij / zij loopt (stam+t)

I

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De ik-vorm gebruik je

  • bij ik
  • bij je of jij achter de pv!
  • bij de gebiedende wijs:(iemand vertelt jou wat je moet doen).


Voorbeeld

  • Ik loop 
  • Verhuis je ? Kom je?
  • Ren! Pas op! 



Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Let op als je achter de pv staat!

  • Je krijgt geen -t als je vervangen kan worden door jij.

  • Je krijgt wel -t als je vervangen kan worden door jouw.



Voorbeeld

Kom je? (Kom jij?)


Komt je buurmeisje spelen? (Komt jouw buurmeisje spelen?)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 




Loop jij zelf naar huis?
Word jij daar nou nooit eens moe van?

Je zegt niet: loopt jij naar huis?
Dus ook niet: Wordt jij daar nou nooit eens moe van

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Tegenwoordige tijd van werkwoorden 
Soms moet je de stam een beetje veranderen om er de ik-vorm van te maken:

Voorbeeld 
lopen – lop – ik loop;
verhuizen – verhuiz – ik verhuis;
spellen – spell – ik spel.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Onregelmatige werkwoorden

Er zijn zes werkwoorden die zich niet aan deze regels houden: bij hij/zij/het komt geen ik-vorm+ -t.

 Hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maak uit hoofdstuk 1.8 - Spelling de volgende opdrachten: 
2, 4, 5, 6, 11 en 12.

Klaar? Maak de opdrachten uit hoofdstuk 1.7 verder af. 


Slide 25 - Slide

This item has no instructions