Email schrijven, training 1

1 / 31
next
Slide 1: Video
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Zakelijk communiceren

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Werkwoordspelling
  • Theorie
  • Opbouw zakelijke e-mail
  • Theorie
  • Oefenen

Slide 3 - Slide

Werkwoordspelling
  • Tegenwoordige tijd
  • Verleden tijd
  • Voltooid deelwoord

Slide 4 - Slide

Tegenwoordige tijd
  • Persoonsvorm --> verandert van tijd  of komt vooraan als je de zin vragend maakt
  • Onderwerp --> Wie/wat + persoonsvorm

Slide 5 - Slide

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Jan neemt brood mee naar school

Slide 6 - Open question

Liesje leert Lotje lopen.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

'-DE' of '-TE' 
Ik- vorm + DE of TE

Bijvoorbeeld:
Ik SPEELDE
Ik PLAKTE
Ik GROEIDE

Slide 10 - Slide

DD en TT
Staat er een D of een T, dan komen er 2
Ik smeed
Ik antwoord

Slide 11 - Slide

Ik smeed...

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Ik land.....

Slide 16 - Open question

Nu jij:
Ik maak......

Slide 17 - Open question

Ik heb gewerk...

Slide 18 - Open question

Aan de slag

Slide 19 - Slide

E-mail schrijven

Slide 20 - Slide

Doel
  • Aanvragen van informatie
  • Duidelijke vragen
  • Correcte indeling
  • Correct Nederlands

Slide 21 - Slide

Indeling e-mail

Slide 22 - Slide

Formeel of informeel?
Wie is de ontvanger?
Hoe is jullie relatie?
Wat is je doel?

Slide 23 - Slide

Formeel of informeel?
  • Wie is de ontvanger? Is er een gezagsverhouding, of ken je de ontvanger niet, kies dan voor u. 
  • Hoe is jullie relatie? Spreken jullie elkaar normaal gesproken met je aan? Dan kan dat ook in je brief
  • Wat is je doel? Bij een klachtenbrief, kies je voor u. 

Slide 24 - Slide

Onderwerp
Waarover gaat je brief?
Max 3 woorden
Begin met --> Onderwerp/Betreft: vervolg met kleine letters!!!


Slide 25 - Slide

Aanhef
Geachte heer, mevrouw,
Geachte heer Janssen,
Beste meneer Janssen,

Start eerste alinea met een hoofdletter!!!!


Slide 26 - Slide

Inhoud
Inleiding --> begin niet met ‘Ik’
Waarom schrijf je deze brief
Kort maar krachtig  --> alleen het hoofddoel

Niet: Ik stuur deze brief……..
Wel: Deze brief stuur ik u…….


Slide 27 - Slide

Inhoud
Kern --> deelonderwerpen
Per deelonderwerp een nieuwe alinea
Nieuwe alinea -->  witregel

Slot
Verwachting of boodschap

Slide 28 - Slide

Ondertekening
Slotgroet
Hoogachtend, (formeel)
Met vriendelijke groet,
Handtekening
Naam



Slide 29 - Slide

Ondertekening
Voorbeeld: 
Hoogachtend,                                               Met vriendelijke groet,

   Handtekening                                              Handtekening

Niels Hakstege                                             Niels Hakstege 

Slide 30 - Slide

Opdracht
E-mail Velubike
30 minuten

Slide 31 - Slide