This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Zakelijk communiceren
De zakelijke e-mail
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Theorie zakelijke e-mail
Theorie formeel vs informeel taalgebruik
Oefenen - op eigen initiatief
Slide 2 - Slide
Maar eerst:
Afspraken maken over de toets!
Slide 3 - Slide
E-mail schrijven
Slide 4 - Slide
Doel
Doel bepalen
Duidelijke vragen
Correcte indeling
Correct Nederlands
Slide 5 - Slide
Indeling e-mail
Slide 6 - Slide
Wanneer gebruik je formele taal?
Slide 7 - Mind map
Wanneer gebruik je informele taal?
Slide 8 - Mind map
Formeel of informeel?
Wie is de ontvanger? Is er een gezagsverhouding, of ken je de ontvanger niet, kies dan voor u.
Hoe is jullie relatie? Spreken jullie elkaar normaal gesproken met je aan? Dan kan dat ook in je brief
Wat is je doel? Bij een klachtenbrief, kies je voor u.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Formeel of informeel?
Om te bepalen welk register/
taalgebruik passend is,
Kijk naar:
Doelgroep / publiek
Doel van de tekst
Afzender
Slide 11 - Slide
Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?
Bij voorbaat dank voor uw reactie.
A
formeel
B
informeel
Slide 12 - Quiz
Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?
Laat je snel iets van je horen?
A
formeel
B
informeel
Slide 13 - Quiz
Formele taal
Wanneer:
teksten met zakelijk doel
Bijvoorbeeld:
sollicitatiebrief
klacht (brief of e-mail)
e-mail of brief aan leidinggevende of ouderen (teken van respect)
Slide 14 - Slide
Wat is formeel taalgebruik voor 'en ook'?
A
bij deze
B
thans
C
derhalve
D
tevens
Slide 15 - Quiz
In een sollicitatiebrief gebruik je...
A
formeel taalgebruik
B
informeel taalgebruik
Slide 16 - Quiz
Bij welk onderwerp past formeel taalgebruik?
A
Op televisie is een programma dat heet: ‘Over mijn lijk'. Daarin wordt worden mensen die weten dat ze doodgaan gevolgd door een bekende Nederlander.
B
Een journaliste doet live verslag voor het NOS journaal. Het gaat over een gek ongeluk met goede afloop.
C
Voordat de film begint, zie je een spotje over het illegaal downloaden van films en muziek. De muziek op de achtergrond is hard en de beelden wisselen elkaar heel snel af.
D
Vrienden onder elkaar.
Slide 17 - Quiz
Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?
Met mij is alles prima!
A
formeel
B
informeel
Slide 18 - Quiz
Onderwerp
Waarover gaat je brief?
Max 3 woorden
Begin met --> Onderwerp/Betreft: vervolg met kleine letters!!!
Slide 19 - Slide
Aanhef
Geachte heer, mevrouw,
Geachte heer Janssen,
Beste meneer Janssen,
Start eerste alinea met een hoofdletter!!!!
Slide 20 - Slide
Inhoud
Inleiding --> begin niet met ‘Ik’
Waarom schrijf je deze e-mail?
Kort maar krachtig --> alleen het hoofddoel
Niet: Ik stuur deze e-mail……..
Wel: Deze e-mail stuur ik u…….
Slide 21 - Slide
Inhoud
Kern --> deelonderwerpen
Per deelonderwerp een nieuwe alinea
Nieuwe alinea --> witregel
Slot
Verwachting of boodschap
Slide 22 - Slide
Ondertekening
Slotgroet
Hoogachtend, (formeel)
Met vriendelijke groet,
Handtekening (digitaal, optie)
Naam
Slide 23 - Slide
Ondertekening
Voorbeeld:
Hoogachtend, Met vriendelijke groet,
Handtekening Handtekening
Pietje Puk Pietje Puk
Slide 24 - Slide
Oefenen?
vraag om een oefenopdracht
vraag om feedback op een ander stuk dat je geschreven hebt