Opgepakt... en dan?

Opgepakt... en dan?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Opgepakt... en dan?

Slide 1 - Slide

Wanneer ben je verdacht?
Je bent verdacht als de politie denkt dat je iets hebt gedaan.
Ook de verdachte heeft rechten:
Recht op een advocaat
Recht om te zwijgen
Recht om te weten waar je verdacht van wordt
Recht om contact te hebben met je familie
Je mag maar een aantal uren worden vastgehouden door politie.
Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren
Je kan niet nog een keer voor hetzelfde feit voor de rechter worden gebracht.

Slide 2 - Slide

De politie
De politie mag je alleen aanhouden, als ze je ergens van verdenken.
De politie doet onderzoek naar het misdrijf.
Op zoek naar bewijs, mag de politie:
Je fouilleren
Je arresteren en verhoren
Je huis doorzoeken
De uitkomsten van het onderzoek, schrijft de politie in een proces-verbaal

Slide 3 - Slide

De officier van justitie
De officier van justitie leest het proces-verbaal.
De officier van justitie beslist wat er verder met de verdachte gebeurt


Slide 4 - Slide

Seponeren
De zaak wordt geseponeerd (seponeren)
Er zijn te weinig bewijzen, verdachte gaat vrijuit.

Slide 5 - Slide

Strafbeschikking
Er komt een schikking
Verdachte krijgt boete of taakstraf (alleen bij lichte misdrijven)

Slide 6 - Slide

Vervolging
Officier van justitie brengt je voor de rechter
De rechter beslist dan in hoeverre je schuldig bent en welke straf daarop volgt

Slide 7 - Slide

De Rechtszaak (volgorde):
1. Eerst controleert de rechter de persoonsgegevens van de verdachte.
2. De officier van justitie leest de aanklacht voor. Hierin staat van welk misdrijf de verdachte beschuldigd wordt.
3. Verhoor van de verdachte.
4. Getuigen worden opgeroepen. Een getuige mag niet liegen.
5. Na alle vragen legt de officier van justitie uit waarom hij vindt dat de verdachte schuldig is en een straf verdient.
6. De advocaat verdedigt de verdachte.
7. De verdachte mag aan het einde nog iets zeggen.
8. De rechter spreekt het vonnis uit, hij vertelt wat zijn beslissing is.

Slide 8 - Slide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 9 - Slide

wanneer ben je schuldig?
- gaat het om een strafbaar feit?
- heeft de verdachte het gedaan?
- is de verdachte strafbaar?

Slide 10 - Slide

3 soorten straffen
*Hoofdstraffen
->boete, gevangenisstraf of taakstraf
*Bijkomende straffen
->bv. rijbewijs inleveren
*Speciale maatregelen
-> bv. TBS

Slide 11 - Slide

Jeugdstrafrecht
Kinderen < 12 jaar niet voor de rechter
12-17 jeugdstrafrecht
Lichte misdrijven: HALT
Zwaardere misdrijven: jeugdrechter

Slide 12 - Slide

Het doel van straffen

Slide 13 - Slide

Repressie en preventie

Om criminaliteit te verminderen zijn twee aanpakken mogelijk:
repressie en preventie.




Slide 14 - Slide

repressie
repressie betekent letterlijk onderdrukken. Repressie is handelen na het delict.
Rechtse partijen zoals de VVD en PVV vinden dat je criminelen harder moet aanpakken.

Slide 15 - Slide

preventie
preventie is het voorkomen van criminaliteit. Hierbij gaat het om handelen voor het delict. Vooral linkse partijen zoals GroenLinks zijn een voorstander van preventie.

Slide 16 - Slide