5.2 Een glorieuze Gouden Eeuw



De Gouden Eeuw


een glorieuze Gouden Eeuw
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



De Gouden Eeuw


een glorieuze Gouden Eeuw

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
  • Periode 3 en vorige week

  • Uitleg 5.2 deel 1
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze week...

  • Je kunt uitleggen waarom Amsterdam het centrum van de handel werd in de 16e en 17e eeuw.

  • Je kunt uitleggen hoe de VOC en WIC onderdeel zijn van de wereldeconomie.

  • Je kunt uitleggen wat de relatie tussen slavenhandel en slavenarbeid op plantages is.

Slide 4 - Slide

Wat weet jij eigenlijk
van de Gouden Eeuw?

Slide 5 - Mind map

Hoe wordt de Republiek rijk?
  • 1568-1648: Tachtigjarige oorlog (Nederlandse Opstand).

  • Oorlog is in principe slecht voor de handel, maar de oorlog werd vooral in de Zuiderlijke Nederlanden uitgevochten (huidige België).

  • Haven van Antwerpen werd afgesloten: handelschepen wijken uit naar Amsterdam.

Slide 6 - Slide

Hoe wordt de Republiek rijk?
  • Nederland heeft niet heel veel producten/grondstoffen

  • Vooral veel zuivelproducten
  • Oplossing: stapelmarkt en handelspolitiek.

  • Amsterdam wordt één grote marktplaats voor Europese producent.

Slide 7 - Slide

Stapelmarkt
Omdat er vanuit heel Europa handelaren komen die allemaal verschillende munten hebben, wordt er een wisselbank opgericht. Daar kan je geld omruilen voor de Gulden Florijn, de munt van de Republiek.

Slide 8 - Slide

Amsterdam
  • De handel en de wisselbank zorgde voor veel rijkdom.

  • Dat trok rijke investeerders aan en de beurs werd opgericht.

  • Daardoor kwamen er nog meer rijken en groeide de grachtengordel in Amsterdam.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video



Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 11 - Quiz



Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 12 - Quiz

Republiek wordt handelscentrum van Europa

Slide 13 - Slide

Specerijen
  • Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.

  • Groeit alleen in Zuidoost-Azië.

  • Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.

Slide 14 - Slide







De verschillende handelsroutes vanuit Azië

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Nieuw probleem!
  • Steeds meer Nederlandse bedrijven (compagnieën) gaan naar Indië varen.

  • Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling

  • De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook.

Slide 17 - Slide

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in.

  • Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.

  • Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje.

Slide 18 - Slide

Doel: monopolie op de specerijenhandel ten oosten van Kaap de Goede Hoop.

Slide 19 - Slide

Hoe?
  • Uitschakelen van concurrenten

  • Bouwen van handelposten

  • Contracten met inheemse vorsten

  • Opbouwen handelsnetwerk in Azië

  • Indien nodig: veel geweld

  • Aandelen uitgeven

Slide 20 - Slide

Jan Pieterszoon Coen
  • Berucht vanwege het gebruik van geweld.

  • Vermoorden of verbannen van de bevolking van de Banda-eilanden.

  • Hongitochten, speciale strafexpedities om smokkelen tegen te gaan.

Slide 21 - Slide

Later werd ook de WIC opgericht. Zij stichtten plantages in Zuid-Amerika waar suiker, tabak en koffie verbouwd werd. Vanuit Nederland voeren ze eerst langs Afrika om slaven te kopen voor op de plantages.
Dankzij de Oostzeehandel konden de VOC en WIC enorm groot worden. Deze Oostzeehandel was namelijk de basis voor de rijkdom van Amsterdam.
Via Kaap de Goede hoop voeren de schepen van de VOC naar Indië om specerijen in te slaan. 

Slide 22 - Slide

Even ruiken
  • Herken jij de specerijen die op VOC-schepen mee gingen?

  • Veel van die specerijen worden nu veel gebruikt in de (Nederlandse) keukens.

Slide 23 - Slide


De VOC verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Kruiden
D
Maïs

Slide 24 - Quiz

In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1601
B
1602
C
1701
D
1702

Slide 25 - Quiz


VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 26 - Quiz


Tijdens de rest van deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen/bekijken.
aan de slag met huiswerk opdrachten van hoofstuk 5.2
een samenvatting maken van hoofdstuk 5.2
de leerdoelen van hoofdstuk 5.2 netjes uitwerken en laten controleren.
nog meer te weten komen over de leerstof
een aflevering van 'Welkom in de Gouden
een of meerdere vragen over de stof stellen aan meneer De Vries

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Video

Leerdoelen
Aan het eind van deze week...

  • Je kunt uitleggen waarom Amsterdam het centrum van de handel werd in de 16e en 17e eeuw.

  • Je kunt uitleggen hoe de VOC en WIC onderdeel zijn van de wereldeconomie.

  • Je kunt uitleggen wat de relatie tussen slavenhandel en slavenarbeid op plantages is.

Slide 29 - Slide

WIC
  • Door het succes van de VOC werden de Nederlanders hebberig!

  • In 1621 werd de WIC opgericht: West-Indische Compagnie.

  • Voor de handel met Afrika en Amerika en om Spaanse schepen te beroven (tot 1648 voerde Nederland oorlog met Spanje).

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Handelswijze
  • Trans-Atlantische slavenhandel
    driehoekshandel: Europa, Afrika, Amerika

  • Slavenschepen

  • Plantagekolonie (Suriname):  kolonies met suiker- katoen- tabaksplantages/

Slide 32 - Slide

Kaapvaart

  • De schepen van de WIC deden ook aan kaapvaart: schepen van andere landen beroven.

  • In 1628 veroverde Piet Hein de Spaanse Zilvervloot (Het zilver was 12 miljoen gulden waard. Omgerekend een half miljard euro)!

  • Veel ruzies met de Engelsen, Spanjaarden en Portugezen. 

Tekst

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Wereldeconomie
  • Globalisering

  • Wereldeconomie: Een economie waarin landen van over de hele wereld producten aan elkaar verkopen: WIC, VOC

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Waar staat (WIC) voor?
A
Wereldwijde champagne
B
West-Indische Compagnie
C
Westindischecompagne
D
West Indische WC

Slide 37 - Quiz

Welke producten verhandelde de WIC?
A
Slaven
B
Wijn
C
Specerijen
D
Graan

Slide 38 - Quiz

Wat is het grootste verschil tussen de VOC en de WIC?
A
De WIC deed aan slavenhandel
B
De VOC deed aan kaapvaart
C
De WIC ging richting het Oosten
D
De VOC werd later opgericht dan de WIC

Slide 39 - Quiz


Tijdens de rest van deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen/bekijken.
aan de slag met huiswerk opdrachten van hoofstuk 5.2
een samenvatting maken van hoofdstuk 5.2
de leerdoelen van hoofdstuk 5.2 netjes uitwerken en laten controleren.
nog meer te weten komen over de leerstof
een aflevering van 'Welkom in de Gouden
een of meerdere vragen over de stof stellen aan meneer De Vries

Slide 40 - Poll

Slide 41 - Link