HS1, grammatica, hv2o, 10-09-2020

Welkom

Wat heb je vandaag nodig?
Je leesboek, boek voor Nederlands, een schrift en een pen.

Heb je dit voor je?
Wees stil, dan kunnen we snel beginnen :) 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom

Wat heb je vandaag nodig?
Je leesboek, boek voor Nederlands, een schrift en een pen.

Heb je dit voor je?
Wees stil, dan kunnen we snel beginnen :) 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
13.25 - 13.35- Lezen in leesboek
13.35 - 13.45 - Huiswerk bespreken
13.45 - 14.00 - Uitleg bijvoeglijke bepaling
14.00 - 14.15 - Zelfstandig werken









Slide 2 - Slide

Lezen in leesboek
10 minuten in stilte lezen in je eigen gekozen leesboek

Slide 3 - Slide

Opdracht 1 (blz. 19)

Slide 4 - Slide

Welke zinsdelen van grammatica kennen we tot nu toe?
  • PV : ww in de zin dat verandert als je de zin in een andere tijd zet
  • WWG : alle werkwoorden in een zin
  • OW : wie/wat + gezegde?
  • LV : wie/wat + gezegde + ow?
  • MV: aan wie/ voor wie + wwg + ow + lv?
  • BWB: Geeft aan waarom/wanneer/waar. etc iets gebeurt. 

Slide 5 - Slide

De bijvoeglijke bepaling (BVB)
Daar komt nu bij: de bijvoeglijke bepaling.

BVB: (is een VREEMDE eend in de bijt). Het is namelijk 
geen zinsdeel, maar deel van een ander zinsdeel.
De bijvoeglijke bepaling geeft een bijzonderheid, kenmerk of eigenschap aan een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel. 

Een bvb kan voor of achter het zelfstandig naamwoord staan. 

Slide 6 - Slide

BVB: voorbeelden
  • Die leuke man uit Zweden heeft gisteren een goedkoop vliegticket geboekt. 
  • Die leuke man uit Zweden heeft gisteren een goedkoop vliegticket geboekt. 
  • In Zweden ben ik een keer naar een heel groot meer geweest.
  • In Zweden ben ik een keer naar een heel groot meer geweest.
  • Mijn intelligente klasgenoot uit Spanje spreekt erg goed Nederlands. 
  • Mijn intelligente klasgenoot uit Spanje spreekt erg goed Nederlands. 

Slide 7 - Slide

Zelfstandig werken
Wat? Opdracht 5, 6, 7 en 9 (blz. 21 en 22) 
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Tijd? Je hebt hier tot het einde van de les de tijd voor
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Daarna steek je je hand omhoog, dan beantwoord ik je vraag. 
Klaar? Maak opdracht 10 op blz. 22

timer
15:00

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen een bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling?


Een bijvoeglijke bepaling maakt deel uit van een zinsdeel, het hoort bij een zelfstandig naamwoord.

Een bijwoordelijke bepaling is een zinsdeel. Je kan het in de zin verplaatsen. 

Slide 9 - Slide

Uitleg grammatica
Bijvoeglijke bepaling (BVB) - is geen zinsdeel maar een deel van een ander zinsdeel: De bijvoeglijke bepaling noemt een bijzonderheid, kenmerk of een eigenschap van een zelfstandig naamwoord (zn). Kan voor of achter een zn staan. Als de bvb achter het zn staat, begint het met een voorzetsel. (Het zijn meetsal bijvoegelijke naamworden of bezittelijke voornaamwoorden en woordgroepen die beginnen met van) 

De hele zaal was ontroerd door de prachtige uitvoering.
Mijn tante zorgt voor de kat van de buren.

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag!
Noteer: wwg, ow, lv, mw, bwb en bvb. 

1. De luie kat heeft de hele dag op een rode stoel gezeten. 
2. 
2. De eigenaren van de webwinkel verkopen aan hun klanten graag een extra artikel.
3. Victoria stond tijdens haar spreekbeurt voor het beeldscherm. 
4. Vrienden en familie geven Sybren allerlei handige tips.
5. Gister heb ik voor mijn zus de National Geographic gekocht. 

Klaar? --> Maak opdracht 1 op blz. 19 

Slide 11 - Slide

Welke zinsdelen van grammatica kennen we tot nu toe?
  • PV : ww in de zin dat verandert als je de zin in een andere tijd zet
  • WWG : alle werkwoorden in een zin
  • OW : wie/wat + gezegde?
  • LV : wie/wat + gezegde + ow?
  • MV: aan wie/ voor wie + wwg + ow + lv?
  • BWB: Geeft aan waarom/wanneer/waar. etc iets gebeurt. 

Slide 12 - Slide

Samenstellingen en afleidingen

Een samenstelling --> door twee bestaande woorden samen te voegen
( room + ijs --> roomijs, lange + termijn + planning --> langetermijnplanning)

Een afleiding --> maak je door een voor- of achtervoegsel aan een grondwoord toe te voegen. (beleefd + heid --> beleefdheid, her + ontdekken --> herontdekken)



Slide 13 - Slide

Lesafsluiting


Huiswerk voor donderdag 27-08: opdracht 6, 8 (blz. 34 en 35) + opdracht 1 (blz. 84)

Slide 14 - Slide

Homoniem en homofoon
Homoniem --> een woord dat meerdere betekenissen heeft.
Bank (meubel om op te zitten) Bank (instelling die geld opslaat)

Homofoon --> twee woorden die hetzelfde klinken, maar anders geschreven worden
Pijl (langwerpig puntig voorwerp) Peil (Maatstaf)

Slide 15 - Slide

Opdracht homofonen
Op het formulier dat jullie krijgen is het de bedoeling dat je het juiste woord in de zin invult. Je noteert de antwoorden in je schrift. 
Als titel gebruik je: Opdracht homofonen. 

Klaar? Maak opdracht 3 (blz. 34) + opdracht 4 (blz. 35)
Dit wordt het huiswerk namelijk ;) 
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Opdracht bespreken
Opdracht homofonen

Schrijf mee



Slide 17 - Slide