30-1-2025: formuleren: volledige zinnen

Aan het eind van deze week:
- Kun je nette, volledige zinnen schrijven;
- weet je op welke plekken je hoofdletters en leestekens zet; 
- kun je bepalen of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. 

Pak je schrift 


1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aan het eind van deze week:
- Kun je nette, volledige zinnen schrijven;
- weet je op welke plekken je hoofdletters en leestekens zet; 
- kun je bepalen of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. 

Pak je schrift 


Slide 1 - Slide

Maken en bespreken
Bladzijde 219: opdracht 5


Slide 2 - Slide

Zinnen begrenzen
Je kunt twee mededelingen samenvoegen met een voegwoord, zoals als, doordat, dus, maar, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat of zodra:
– Amy versiert de woonkamer, want haar broer is morgen jarig.
– Amy versiert de woonkamer, omdat haar broer morgen jarig is.

De volgende zinnen zijn dus niet correct, want het gedeelte vanaf Want/Omdat hoort bij het eerste deel en is geen zelfstandige zin. Het sterretje (*) betekent ‘niet correct’.
– Amy versiert de woonkamer. *Want haar broer is morgen jarig.
– Amy versiert de woonkamer. *Omdat haar broer morgen jarig is.

Slide 3 - Slide

Zinnen begrenzen
  • Zet achter een zin een punt. Het maakt daarbij niet uit of de zin één of meer mededelingen bevat.
  • Zet achter een vragende zin een vraagteken.
  • Zet een komma tussen twee persoonsvormen.
  • Zet voor voegwoorden in het algemeen een komma.
  • Zet (in het algemeen) geen komma voor en en of.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Mannelijk, vrouwelijk, onzijdig
Zelfstandige naamwoorden kun je in het Nederlands verdelen in woorden met het lidwoord de en woorden met het lidwoord het. De-woorden zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v). Het-woorden zijn onzijdig (o). Dat noem je het woordgeslacht.

 
Je kunt het woordgeslacht opzoeken in een (online) woordenboek.
  • kano, de (m) = mannelijk
  • regering, de (v) = vrouwelijk
  • cadeau, het (o) = onzijdig

Slide 6 - Slide

Mannelijk, vrouwelijk, onzijdig
Zo gebruik je de informatie over het woordgeslacht
• Voor mannelijke en vrouwelijke woorden gebruik je de, deze en die:
– de kano, deze kano, die kano
– de regering, deze regering, die regering
• Voor onzijdige woorden gebruik je het, dit en dat:
– het cadeau, dit cadeau, dat cadeau
• Voor woorden in het meervoud gebruik je altijd de, deze en die:
– de kano’s, deze regeringen, die cadeaus

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
Bladzijde 221: opdracht 2

Slide 9 - Slide

Weet je nu:
- Hoe je nette, volledige zinnen schrijft? 
- Op welke plekken je hoofdletters en leestekens zet? 
- Hoe je bepaalt of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is? 











Huiswerk: 
Formuleren paragraaf 1: Volledige zinnen
bladzijde 218 en 219
Opdracht 2, 3, 4

Schrijf op in je agenda!

Slide 10 - Slide

31-1-2025: formuleren: woordgeslacht

Slide 11 - Slide