1920 Chemisch rekenen § 5 overmaat

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Chemisch rekenen 

deze les

• terugblik vorige les
• Chemisch rekenen  § 5 uitleg



• Som maken in Lessonup


• Sommen hand-out: 11 t/m 15

De reactie tussen calcium en zuurstof heeft massaverhouding 5:4, bereken hoeveel zuurstof je nodig hebt voor 3 gr calcium.

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen

1. wat overmaat is
2. welke stof in overmaat is
3. hoe je de overmaat kunt berekenen

Overmaat  

Er is van 1 stof meer aanwezig dan je nodig hebt. 

Voorbeeld:

Reactie van calcium met zuurstof. 

Voor 5 gram calcium heb je 2,4 gram zuurstof nodig. 

Stel er is 3 gram zuurstof aanwezig. 

Dan is zuurstof met 3-2,4 = 0,6 gram in overmaat aanwezig. 

Overmaat

Iets ingewikkelder:

Koper en zwavel reageren in de massaverhouding 2 : 1, er ontstaat kopersulfide.

Ik heb 4 gram koper gemengd met 3 gram zwavel. Dan ontstaat er 4 + 2 = 6 gram kopersulfide en er blijft 1 gram zwavel over.

Zwavel is de overmaat

Een reactie tussen stikstof en waterstof heeft een massaverhouding van 14:3. Ik heb 5 g waterstof en 40 g stikstof. Welke stof is in overmaat en hoeveel gram is de overmaat?

deze les

• terugblik vorige les
• Chemisch rekenen  § 5 uitleg



• Som maken in Lessonup


• Sommen hand-out: 11 t/m 15

maak de vragen in stilte

Vragen ? Vinger omhoog en ik kom langs

Laatste 10 minuten van de les zijn weer klassikaal

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen

1. wat overmaat is
2. welke stof in overmaat is
3. hoe je de overmaat kunt berekenen

gaan we checken

Als in een reactiemengsel een stof in overmaat is dan

1. is er van die stof het meeste
2. is er van die stof het minste
3. is het reactievat te groot
4. is er van die stof meer dan nodig

waterstof en zuurstof reageren in massaverhouding 1:8. Heb ik te veel zuurstof als ik 4 gram waterstof laat reageren met 36 gram zuurstof?

1. Ja
2. ja, ik heb 4 gram te veel
3. nee, ik heb 0,5 gram waterstof te weinig
4. nee, ik heb 4 gram te weinig