Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Boek A, par 2.1, p49, 50
Slide 1 - Slide
Inhoud les
-leerdoel
-lezen en onderstrepen
-korte uitleg
-opdrachten
-beantwoorden leerdoel
Slide 2 - Slide
Leerdoel deze les
*Wat is de sociale kwestie?
*Wat veranderde door de industrialisatie in de Nederlandse samenleving?
Slide 3 - Slide
Lees zelf en onderstreep
pagina 49, 50
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Uitleg
Wat is de industrialisatie?
Door de uitvinding van de stoommachine gaan mensen in fabrieken werken. Er ontstond een industriele samenleving waarbij de meeste mensen woonden in de steden en werkten in de fabrieken.
Slide 8 - Slide
Uitleg
Wanneer speelde de industrialisatie zich af?
In de tijd van 'Burgers en stoommachines'.
Dit duurde van 1800-1900.
Slide 9 - Slide
Uitleg
Wat is de sociale kwestie?
Dit zijn de slechte leef en werkomstandigheden van de arbeiders.
Slide 10 - Slide
Uitleg
Hoe werd de sociale kwestie opgelost?
1)Arbeiders richten vakbonden op die strijden voor betere werkomstandigheden.
2)De overheid komt met wetten die de leef- en werkomstandigheden beter maakten (sociale wetten).
Slide 11 - Slide
Maak de opdrachten
je gebruikt de tekst in je boek.
Slide 12 - Slide
Bij een industriële samenleving wonen de meeste mensen in steden en werken in fabrieken.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van slechte werkomstandigheden van de arbeiders.
A
De arbeiders maakten lange werkdagen.
B
Arbeiders hadden weinig vrije dagen.
C
Arbeiders kregen niet uitbetaald bij ziekte.
D
Arbeiders woonden in ongezonde woningen
Slide 14 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van slechte leefomstandigheden van de arbeiders.
A
Arbeiders wonen in kleine en donkere huizen.
B
Gezinnen van 8 personen wonen in 1 kamer
C
Er is geen stromend water
D
Arbeiders moeten werken met onveilige machines.
Slide 15 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van de sociale kwestie?
A
De arbeiders maakten lange werkdagen.
B
Arbeiders hadden weinig vrije dagen.
C
Arbeiders wonen in kleine en donkere huizen
D
Fabriekseigenaren maken grote winsten
Slide 16 - Quiz
Arbeiders richtten vakbonden op. Zo konden ze betere woonomstandigheden krijgen.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
Leerdoel: Wat veranderde door de industrialisatie in de Nederlandse samenleving?