NK, Kapitel 6, les 4

Willkommen, heute ist Freitag
15. September 2023
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Willkommen, heute ist Freitag
15. September 2023

Slide 1 - Slide

Lernziel(e)
Kun je regelmatige werkwoorden met de stam op -d/-t in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Weet je hoe je het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord met de stam op -d/-t moet vormen.




Slide 2 - Slide

Programma:
  • Huiswerk nakijken
  • Grammatica uitleg
  • Zelfstandig aan het werk




Slide 3 - Slide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Slide

Huiswerk nakijken
1. Maak in je boek van Kapitel 6, C

    Aufg. 8, 9
2. Leer de woorden Duits - Nederlands via slim stampen in        Neue Kontakte

Slide 5 - Slide

D Grammatik : Werkwoorden met stam op -d/-t


Welke kenmerken heeft een zwak / regelmatig ww?

Slide 6 - Slide

  • verleden tijd: geen klinkerverandering.
  • kun je volgens een vast patroon vervoegen.
  • Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in het Duits zwak
  • Voor het vervoegen van een werkwoord heb je de persoonlijke voornamenwoorden nodig

Slide 7 - Slide

De persoonlijke vnw in het Duits zijn:
ik    = ich
jij     = du
hij/zij/het  = er/sie/es
wij    = wir
jullie = ihr
    zij/ u      = sie/Sie

Slide 8 - Slide

Hoe krijg je de stam?
Hele werkwoord min en is de stam
de -en of -n weg te laten
Voorbeelden:

wohnen - en = wohn
spielen - en = spiel
kommen - en = komm
regnen - en = regn

machen > mach;  spielen > spiel;  radeln > radel

Slide 9 - Slide

Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord komt de uitgang.
Dit zijn de volgende letters:  

                   (FE)    E - ST - T - EN - T - EN


 

Slide 10 - Slide

Er zijn 2 uitzonderingen
  1. Als de stam op -d / -t eindigt, dan komt er na de stam een extra -e  :        du, er/sie/es en ihr vorm.                                                                                                        
  2. Als de stam op een 's'-klank eindigt   (bijv. s, ss, ß, z) dan komt er bij du alleen een 't' achter de stam


Slide 11 - Slide

Het werkwoord komt er dan als volgt uit te zien:
                     heißen
ich              heiße
du               heißt
er/sie/es  heißt
wir              heißen
ihr               heißt
sie/Sie      heißen

Slide 12 - Slide

Het werkwoord komt er dan als volgt uit te zien:
                     antworten
ich              antwort e  
du               antwort t
er/sie/es  antwort t
wir              antwort en
ihr               antwort e t
sie/Sie      antwort en

Slide 13 - Slide

Zelfstandig aan het werk
1. Maak in je boek van Kapitel 6,
Aufg. 10, 11 en 12


Terug in de klas om  uur 11:10 

Slide 14 - Slide

Hausaufgaben

1. Maak in je boek van Kapitel 6, D Grammatik
Aufg. 10, 11 en 12
2. Leer de Lernliste van Kapitel 6, Niederländisch - Deutsch, 
S. 26 , d.m.v. slim stampen in Neue Kontakte online








Slide 15 - Slide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
Kun je regelmatige werkwoorden met de stam op -d/-t in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Weet je hoe je het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord met de stam op -d/-t moet vormen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide