Geef jezelf een schouderklopje als je alles gedaan hebt
Slide 2 - Slide
Programma
Terugblik
Memory!
Nabespreking
Einde!
Slide 3 - Slide
Terugblik....
Wat hebben we vorige week gedaan?
Slide 4 - Slide
Thema van deze les:
Hoe kan je woordjes leren?
Slide 5 - Slide
Hoe kan ik winnen:
Zoveel mogelijk setjes verzamelen! 1 setje bestaat uit:
- 1 tekening van een object,
- 1 kaartje met het object in het Nederlands
-1 kaartje met het object in een andere taal
- 1 kaartje met het object in andere taal 2
Oftewel 4 kaartjes die met elkaar overeen komen qua betekenis. Setje compleet = 1 punt! En let op na het spel kan je nog bonuspunten verdienen! Degene met de meeste punten wint!
Regels en tips:
- Net zoals bij memory mag je per beurt kaartjes omdraaien, in dit geval mag je 4 kaartjes per keer omdraaien.
- Focus eerst op het beeld en de Nederlandse naam van het object
- Trek je bv. 2 of meerdere Nederlandse objecten, focus op 1
- Elke leerling moet dus goed opletten op welke combinaties voorbij komen en moet ook aangeven of iemand wel/niet een compleet setje heeft.
Slide 6 - Slide
Klaar?
Bonuspunten verdienen!
Elke groepslid kan bonuspunten verdienen op de volgende manier:
- Je hebt een of meerdere setjes gewonnen. Je kan per setje een extra bonuspunt verdienen door te raden in welke talen het object staat en dit op te schrijven op je kaartje.
Als je alle twee talen goed hebt verdien je een extra bonuspunt.
Alweer klaar?
Schrijf op het formuliertje wat je hebt gekregen van je docent:
- Welke nieuwe woorden heb je geleerd? (mag welke je zelf gekozen hebt en welke je tijdens het spel bent tegen gekomen)
- Welke talen heb je geleerd?
- Hoe heb je ze geleerd?
- Wat valt je op bij de woorden die je hebt geleerd, lijken sommigen op elkaar qua uitspraak en/of betekenis?
Slide 7 - Slide
Nabespreking, hoe ging het?
Slide 8 - Slide
Hoe hebben we tijdens deze lessen nieuwe woorden geleerd?
Slide 9 - Slide
Mindmap
- Visueel en/of tekst
- overzicht maken
- Persoonlijk of theoretisch houden
Slide 10 - Slide
Spel: Wie/wat ben ik?
- Leert je 'iets' te
omschrijven
- Helpt je beter het woord te onthouden
- Kan ook zonder spel element
Slide 11 - Slide
Doen/uitbeelden
- Muscle memory
- Spier geheugen
- Lichamelijke
herinnering
Slide 12 - Slide
Zet het in een zin/gebruik het
- Schrijven met de hand > muscle memory
- Gebruikt het woord > Persoonlijke
herinnering!
Slide 13 - Slide
Teken het
- Wat jij eraan linkt - teken dat (maak het persoonlijk)