Leesvaardigheid bij betoog (1)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

1. Wat is het onderwerp van tekst 1?

1. Jeugd heeft stem
2. Je mening geven over het nieuws
3. Rubriek Jong In
4. jongeren in de krant

2. Twee signaalwoorden voor mening in alinea 2

5. Welke tegenstelling van structureel staat in alinea 3?

6. Lees alinea 3 opnieuw. Welke zin vat de mening van Buurmans het beste samen?

1. Jongeren moeten in de zaterdagkrant altijd iets van zichzelf herkennen.
2. Jongeren moeten net als volwassenen een vaste plek hebben in de samenleving.
3. Jongeren moeten regelmatig iets kunnen lezen over hun eigen leeftijdsgenoten.

9. Welk signaalwoord voor conclusie staat in alinea 9.

Vraag 1

De schrijver wil niet alleen overtuigen. Wat wil hij dat de lezer doet?

2. Citeer de kernzin van alinea 2: eerste woord (...) laatste woord.

3. Wat wordt er vooral in de rest van alinea 2 beschreven?

1. gevolgen
2. oorzaken
3. oorzaken en gevolgen

7. Een mening is altijd subjectief. Argumenten kunnen zowel subjectief als objectief zijn. Vind je in alinea 2 en 3 vooral objectieve of subjectieve informatie?

1. objectieve informatie
2. subjectieve informatie

8. voorbeeld subjectieve woordkeus tekst 2

Ben je het eens met de Sophia-Vereeniging? Beantwoord deze vraag EN geen een argument bij je mening.