5-10: Formuleren

Welkom
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom

Slide 1 - Slide

Deze les
Lezen
Opfrissen
Klassikaal: 2 nieuwe formuleerfouten
Zelfstandig: opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les
... kan je gebruik van de lijdende vorm herkennen en verbeteren;
... kan je een tangconstructie herkennen en verbeteren.

Slide 3 - Slide

Opfrissen
  • Wat is een foutief pleonasme?
  • Wat is een foutieve tautologie?
  • Wat gaat er mis bij een dubbele ontkenning?
  • Wat is een congruentiefout? 

Slide 4 - Slide

Onnodige lijdende vorm

Slide 5 - Slide

Lijdende vorm
  1. passief
  2. 'door' 
  3.  worden + voltooid deelwoord

'De auto wordt door de man gekocht.'
Bedrijvende vorm
  1. actief
  2. het onderwerp verricht duidelijk een handeling
  3. korter

'De man koopt de auto.'

Slide 6 - Slide

Lijdende vorm
Een lijdende vorm is van zichzelf niet fout.
  • nadruk op andere zinsdelen
  • onderwerp ‘verdoezelen’
  • formeler (vaak in 'ambtelijke' teksten)

Maar let op:
  • niet te veel zinnen in de lijdende vorm achter elkaar,
  • niet onnodige zinnen in de lijdende vorm,
  • gevaar voor incongruentie.

Slide 7 - Slide

Valkuil 1: lange, saaie, moeilijke zinnen
  1. De boeiende inhoud van de inleiding die gehouden werd door uw collega Van den Kardenburg, zal door ons aan onze directie voorgelegd worden ter overdenking.
  2. Uw collega Van den Kardenburg heeft een boeiende inleiding gehouden. De inhoud daarvan zullen wij ter overdenking aan onze directie voorleggen.

Slide 8 - Slide

Valkuil 2: incongruentie
  • Doordat een meewerkend voorwerp wordt aangezien als onderwerp.

  1. De passagiers worden verzocht de ramen gesloten te houden.
  2. Reizigers richting Utrecht worden verzocht in Amersfoort over te stappen.

Slide 9 - Slide

Actieve zinnen lezen prettiger
  • Er is door hem een onderzoek gedaan.
  • Hij heeft onderzoek gedaan.

  • De koe werd door de slager geslacht.
  • De slager slachtte de koe. 

Slide 10 - Slide

Tangconstructie
Wat zou hiermee bedoeld worden?

Slide 11 - Slide

Tangconstructie
  • Woorden of zinsdelen die bij elkaar horen, staan ver uit elkaar.
  • De ‘grijpers’ van een tang worden uit elkaar geduwd door andere woorden: de tang staat wijd open.
  • Hierdoor raakt de lezer de draad kwijt!

Slide 12 - Slide

Hoe ontstaat een tangconstructie?
  1. Lidwoord en zelfstandig naamwoord
    'De nog net aan de klauw van de kat ontsnapte muis...'
  2. Persoonsvorm en de rest van het gezegde
    'Hij heeft na lang aarzelen en zijn spaargeld herhaaldelijk tellen, besloten het nieuwe computerspel te kopen.'
  3. Onderbroken bijzin
    'Het was direct duidelijk dat, hoewel hij blijft ontkennen, hij...'

Slide 13 - Slide

Hoe op te lossen?
  • Zinnen opknippen!
  • Bijv.: 'Hij heeft besloten het nieuwe computerspel te kopen, nadat hij lang had geaarzeld en zijn spaargeld had geteld.'

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Aan de slag
  • Maak opdracht 11 en 12 (blz. 263-264)
  • Theorie: blz. 301-302
  • Samenwerken = allebei schrijven
  • Nakijken

Slide 16 - Slide