Thema 4 les 4

Thema 4 les 4
1 / 11
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 4 les 4

Slide 1 - Slide

De bezetting

= De tijd dat Nederland bezet was door Duitsland.

Slide 2 - Slide

Doel
Ik kan de tegenwoordige tijd (t.t.) en verleden tijd (v.t.) herkennen.


Slide 3 - Slide

Tegenwoordige Tijd

Nu

Werkwoorden:
loop
ga
maak
speel
Verleden Tijd

Vroeger

Werkwoorden:
liep
ging
maakte
speelde

Slide 4 - Slide

De tijd herkennen
Kijk goed naar het werkwoord en of er een 'wanneer-deel' in de zin staat.

Werkwoord (lopen of liepen)

Wanneer-deel
Vroeger, vorige week, gisteren, etc. (verleden tijd)

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Nu ken ik haar geheim.
t.t.

We zagen de soldaten.
v.t.

Slide 6 - Slide

Verleden Tijd
Tegenwoordige Tijd
Nu
Gisteren
Lopen
Gingen
Vorige week
Spelen

Slide 7 - Drag question

Vandaag maak ik een nieuw gerecht.
A
Tegenwoordige Tijd
B
Verleden Tijd

Slide 8 - Quiz

Gisteren liep ze naar school.
A
Tegenwoordige Tijd
B
Verleden Tijd

Slide 9 - Quiz

We gingen met vrienden naar de film.
A
Tegenwoordige Tijd
B
Verleden Tijd

Slide 10 - Quiz

Ik kan de t.t. en v.t. herkennen.
Ik vind het lastig. Ik doe mee met de instructie.
Ik kan het redelijk. Ik maak 1 en 2.
Ik kan het goed, ik maak 2 en 3.

Slide 11 - Poll