Rekenen, breuken optellen en aftrekken, C1D, L19

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7

Wat is de teller?

1. De streep
2. De bovenste
3. De hele breuk
4. De onderste

LESDOEL

Ik kan eenvoudige gelijknamige breuken optellen en aftrekken.

Gelijknamige breuken
breuken met dezelfde noemer

Hoeveel is 2/5 + 1/5?

1. 3/10
2. 3/5
3. 3/25
4. 4/5

hoeveel is 2/9 + 4/9?

1. 4/7
2. 6/18
3. 6/9
4. 8/9

Hoeveel is 4/6 + 2/6?

1. 1/6
2. 6/12
3. 5/6
4. 1

Dus:

- bij het optellen van gelijknamige breuken kun je de tellers optellen

- De noemers blijven altijd hetzelfde

Meld je aan LessonUp

Hoeveel is 2/5 + 1/5?

1. 3/10
2. 3/5
3. 3/25
4. 4/5

hoeveel is 2/9 + 4/9?

1. 4/7
2. 6/18
3. 6/9
4. 8/9

Hoeveel is 4/6 + 2/6?

1. 1/6
2. 6/12
3. 5/6
4. 1

Hoeveel is 3/8 + 1/8?

1. 1/2
2. 4/16
3. 7/8
4. 4/8

Wat zijn gelijknamige breuken?

Hoeveel is 4/6 + 2/6?

1. 1/6
2. 6/12
3. 5/6
4. 1

hoeveel is 2/9 + 4/9?

1. 4/7
2. 6/18
3. 6/9
4. 8/9

Hoeveel is 2/5 + 1/5?

1. 3/10
2. 3/5
3. 3/25
4. 4/5

Hoeveel is 2/5 + 1/5?

1. 3/10
2. 3/5
3. 3/25
4. 4/5

hoeveel is 2/9 + 4/9?

1. 4/7
2. 6/18
3. 6/9
4. 8/9

Hoeveel is 4/6 + 2/6?

1. 1/6
2. 6/12
3. 5/6
4. 1

Hoeveel is 3/8 + 1/8?

1. 1/2
2. 4/16
3. 7/8
4. 4/8

Nu maak blz. 107 t/m 114

Breuken vereenvoudigen

Ik kan breuken vereenvoudigen 

Meld je aan LearningApps

https://learningapps.org/1217491