Herhaling 1HVG - H5 Monniken en ridders

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Herhaling H5 Monniken en Ridders

Toets: komende dinsdag - wees op tijd! 

H5 P1,2,3,4 

Wat is een overeenkomst tussen het Jodendom, Christendom en Islam?

1. Ieder geloof, gelooft in meerdere goden.
2. Ieder geloof, gelooft in één god.

Een missionaris heeft een speciale 'missie', wat voor missie?

1. Het christendom verspreiden
2. Een missie om mensen naar de kerk te krijgen
3. Missie om het veilig te houden in het rijk

Waarom was het voor de missionarissen handig om Germaanse gebruiken over te nemen?

1. Zij vonden het belangrijk om tradities te behouden
2. Zij vonden het zelf ook goede tradities
3. Zo was het voor de Germanen makkelijker om zich te bekeren
4. De missionarissen deden dit niet bewust

Koningen hielpen missionarissen bij hun bekeringswerk. Welke reden hadden ze daarvoor?

1. Door de bekering tot het christendom ontstond er eenheid in hun rijk.
2. Door de kerstening kregen ze meer onderdanen in hun rijk.
3. De missionarissen verspreidden kennis over de onderdanen in het rijk.
4. De kerk gaf de koning grote sommen geld in ruil voor hun hulp.

Er was politieke verdeeldheid, omdat?

1. Leenheren te machtig werden
2. leenmannen ook weer leenmannen aanwezen
3. Leenmannen niet deden wat ze moesten doen
4. Leenheren zorgde ervoor dat leenmannen het slecht hadden

Twee stellingen:
1. De leenmannen moesten trouw beloven aan de leenheer
2. De leenmannen trokken zich vaak niet zo veel aan van hun leenheer.

1. Stelling 1 is juist
2. Stelling 2 is juist
3. Stelling 1 en 2 zijn juist
4. Stelling 1 en 2 zijn onjuist

Hoe noem je het bestuurssysteem met leenheren en leenmannen?

1. domeinstelsel
2. heerstelsel
3. hofstelsel
4. leenstelsel

In de middeleeuwen had je drie verschillende soorten groepen in de samenleving. Welke drie waren dat?

1. Ridders, leenmannen en leenheren
2. Geestelijken, adel en de boeren
3. De boeren, geestelijken en leenheren
4. Geestelijken, leenheren en leenmannen

Wat past niet bij het feodalisme?

1. Koning regeert in het hele land
2. Leenmannen lenen van de leenheer
3. De koning krijgt hulp bij het bestuur
4. Leenmannen helpen de leenheer

Leenmannen moesten de leenheer NIET ...

1. de leenheer advies geven
2. zorgen voor voedsel voor de leenheer
3. geld betalen voor het gebruik van het land
4. meevechten in het leger van de leenheer

Bij welke paragraaf hoort deze afbeelding?

1. Leenheren en leenmannen
2. Europa wordt christelijk
3. Machtige heren, halfvrije boeren
4. De opkomst van de islam

Bij welke paragraaf hoort deze afbeelding?

1. Leenheren en leenmannen
2. Europa wordt christelijk
3. Machtige heren, halfvrije boeren
4. De opkomst van de islam

Bij welke paragraaf hoort deze afbeelding?

1. Leenheren en leenmannen
2. Europa wordt christelijk
3. Machtige heren, halfvrije boeren
4. De opkomst van de islam

In het hofstelsel:

1. geeft de heer bescherming aan de horige
2. moesten horigen herendiensten verrichten
3. geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
4. helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Wat hoort niet bij het hofstelsel?

1. Herendiensten uitvoeren
2. Pacht betalen voor het land
3. Lange reizen maken voor handel
4. Standensamenleving

Het hofstelsel is een

1. Sociaal-economisch systeem.
2. politiek/bestuurlijk systeem.

Wat hoort niet bij het hofstelsel?

1. geeft de heer bescherming aan de horige
2. moesten horigen herendiensten verrichten
3. geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
4. helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Opmerking: 

• Verschil hofstelsel en leenstelsel moet je kennen! 
• Wie waren missionarissen en welk doel hadden zij, hoe bereikten ze dat doel? 
• Sociale lagen middeleeuwen  
• Oorzaak/gevolg kennen

Tijd om te leren! 

• Zie checklist Itslearning
• Zie PowerPoint Itslearning
• Stel vragen! 
• Stuur samenvatting eventueel op voor check