TALENT - K2 - 3.4. Grammatica (bwb)

• Nederlands
• Middelbare school

Lezen

Bijwoordelijke bepaling

Waar denk je aan bij
grammatica?

Grammatica is de opbouw van zinnen. 

Grammatica
zinsdelen

De volgende zinsdelen hebben de leerlingen al gehad:

- persoonsvorm

- werkwoordelijk gezegde

- onderwerp

- lijdend voorwerp

- meewerkend voorwerp

Weet je nog de stappen bij het benoemen van zinsdelen? Sleep de vakjes rechts naar de juiste stap.

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Stap 6

meewerkend voorwerp

onderwerp

werkwoordelijk gezegde

zinsdeelstrepen

persoonsvorm

lijdend voorwerp

Wat hoort bij elkaar? 

onderwerp

persoonsvorm

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

werkwoordelijk gezegde

Vraagzin maken

Aan/voor wie + wg + o + lv?

Wie/wat + wg?

Wat/wie + wg + o?

Alle werkwoorden in de zin

Heeft een zin altijd een bijwoordelijke bepaling?

1. ja
2. nee

Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op...

1. Wie?
2. Wat?
3. Wanneer?
4. Voor wie?

Morgen ga ik naar school.

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

1. morgen
2. ga
3. ik
4. naar school

Ik snap de bijwoordelijke bepaling van grammatica zinsdelen nu.

1. Ja
2. Nee

Waar wil ik nog meer uitleg over?

Aan de slag...

Maak 

paragraaf 3.4. Grammatica

Opdracht 1 t/m 10

(leeropdrachtenboek, blz. 110)

Klaar?

- Maak 3.4. Test jezelf (digitaal).

- Ga lezen in je leesboek.