What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taalverzorging 1.4 Werkwoordspelling: Persoonsvorm in de verleden tijd (2)
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je kunt de PERSOONSVORM (=werkwoord) herkennen in de zin.
Je kunt het ONDERWERP vinden dat bij de persoonsvorm hoort.
Je spelt de persoonsvorm in de verleden tijd juist.
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Herhalen
: Taalverzorging 1.1 Werkwoorden
Taalverzorging 1.2 Onderwerp
Taalverzorging 1.3 Tegenwoordige tijd
Taalverzorging 1.4 Verleden tijd (2e les daarover)
Slide 3 - Slide
Herhalen
- de beste manier van leren
Leren leren
Slide 4 - Slide
Kies de juiste stam.
..... je toch niet zo op! (opwinden)
A
opwind
B
wind
Slide 5 - Quiz
Kies de juiste stam.
Laten we ophouden, ik ..... het toch nooit (raden)
A
rad
B
raad
Slide 6 - Quiz
De persoonsvorm is het werkwoord in een zin dat verandert als de tijd of het onderwerp anders wordt.
A
Persoonsvorm is 'verandert'.
B
Persoonsvorm is 'wordt'.
C
Persoonsvormen zijn 'verandert' en 'wordt'.
D
Ik weet het niet.
Slide 7 - Quiz
Als het onderwerp enkelvoud is, is de persoonsvorm dat ook (en anderom)
A
ja, klopt
B
nee, klopt niet
Slide 8 - Quiz
Onderwerp en persoonsvorm moeten:
A
in dezelfde tijd staan
B
vragend gemaakt kunnen worden
C
in de 1e, 2e of 3e persoon staan
D
in hetzelfde getal/aantal staan
Slide 9 - Quiz
Is het werkwoord 'leren' een sterk of een zwak werkwoord?
A
sterk
B
zwak
Slide 10 - Quiz
Waardoor ..... je vroeger toch iedere keer een smoes als je een fout maakte? (verzinnen, VT)
timer
0:10
A
verzinde
B
verzon
Slide 11 - Quiz
Onze docent ..... haar mail zelden! (beantwoorden, TT)
timer
0:10
A
beantwoord
B
beantwoord
C
beantwoordt
Slide 12 - Quiz
De kat...... het arme vogeltje. (verschalken, VT)
A
verschalktte
B
verschalkdde
C
verschalkte
D
verschalkde
Slide 13 - Quiz
Het weer ..... met de dag. (veranderen)
Slide 14 - Open question
De leerlingen ....... de vloer in de kantine. (schrobben)
Slide 15 - Open question
De studenten .... over een moeilijke examenopgave. (peinzen)
A
peinzden
B
peinsden
C
peinzten
D
peinsten
Slide 16 - Quiz
Mijn ouders ..... mij bijna nooit. (straffen)
A
straften
B
strafden
Slide 17 - Quiz
Op straat ..... hij mij vriendelijk goedendag. (knikken)
A
knikde
B
knikte
Slide 18 - Quiz
De zanger ...... zelf zijn liedjes. (componeren)
Slide 19 - Open question
Toen ..... ik mijn vader alles eerlijk op. (opbiechten)
Slide 20 - Open question
Vroeg in het voorjaar .... de boer al zijn land. (bemesten)
Slide 21 - Open question
Wie ..... daarna de rekening?
A
Betaalde
B
betaalden
Slide 22 - Quiz
Het kleine kind .... op haar nieuwe truitje. (morsen)
A
morsde
B
morste
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Taalverzorging 1.4 Werkwoordspelling: Persoonsvorm in de verleden tijd (3)
January 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Herhaling persoonsvorm en onderwerp
February 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
4 Taal deel 1
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
October 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Herhaling examen Pasen 2024
March 2024
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalverzorging 1.4
November 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1