paragraaf 2 hfst3 1hv

Paragraaf 3
Het leven in het Romeinse Rijk
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Paragraaf 3
Het leven in het Romeinse Rijk

Slide 1 - Slide

sociale lagen

Slide 2 - Slide

Leven op het platteland
- Veel boeren hebben een eigen stukje grond (fruit, graan, olijven , druiven)
- Vrije boeren zijn een belangrijke sociale laag in de samenleving.
- Door oorlogen verloren veel vrije boeren het leven / waren te lang weg zodat de boerderij verpauperde.
- Veel vrije boeren moeten uiteindelijk hun grond verkopen.
- Grootgrondbezitters kopen deze grond op.

Slide 3 - Slide

grootgrondbezitters
- Kopen veel grond op van failliete vrije boeren.
- Hebben vaak politieke macht en leidingegevende functies in het leger.
- Lieten vaak een villa bouwen.
- Slaven lieten ze het werk doen. (slaven zijn een soort oorlogsbuit)
- einde van 2e eeuw voor chr ongeveer 1 op de 3 inwoners van het Romeinse Rijk slaaf.

Slide 4 - Slide

Slaven
- Mensen uit veroverde gebieden
- Hebben geen rechten.
- Waren letterlijk bezit van iemand
- Laagste sociale laag in de samenleving.

Slide 5 - Slide

Leven in de stad
- Veel verarmde boeren trekken naar de steden. (werk)
- Deze mensen hebben weinig tot geen bezit (proletariers)
- Proletariers verhuren zichzelf en proberen rond te komen.

Rijke inwoners van de stad heten de Nobiles.
- Zaten vaak in de senaat.
- bezaten grond op het platteland.
- Gaven proletaries vaak geld om aanzien te krijgen. Ook zorgen ze er op die manier voor dat er minder opstanden waren.
 

Slide 6 - Slide

onrust
- Verschil tussen arme en rijke mensen wordt door de jaren heen steeds groter.
- Nobiles hebben alle macht (bestuur, leiding leger)
- gratis voedsel en gladiatorenspelen, wagenrennen etc. moesten het volk tevreden houden. (geld uit zilvermijnen etc. werd daarvoor gebruikt)


Slide 7 - Slide

Slaven en vrouwen
- Slaven staan onderaan de sociale ladder.
- Slaven hebben geen rechten en zijn echt bezit van iemand.
- Rond 100 v chr. is 1 op de 3 inwoners van het Romeinse Rijk een slaaf. (krijgsgevangen, slaven krijgen kinderen die ook meteen slaaf zijn)
- Romeinse vrouwen hebben ook weinig rechten.
- Taak huishouden, opvoeden van de kinderen.
- Vrouwen mogen niet in het bestuur. (wel vaak via hun man invloed)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video