BLOK 3 Over taal

Over taal
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Over taal

Slide 1 - Slide

leerdoelen

Slide 2 - Slide

(huis)werk opdr. 29
Kijk in je boek op  blz. 130-131 
Schrijf het zo op in je schrift.
1. aandachtig = met veel aandacht 
2. typisch = 


Slide 3 - Slide

nakijken  opdr. 29
  1. aandachtig – met veel aandacht
  2. typisch – kenmerkend
  3. definitie – omschrijving
  4. gecombineerd – samengevoegd
  5. ronduit – beslist
  6. vanzelfsprekend – uiteraard
  7. gebruikelijk – gewoon
  8. geschikte – goed bruikbaar voor iets
  9. nuttig – bruikbaar
  10. verband – samenhang
  11. eventueel – misschien

Slide 4 - Slide

(huis)werk opdr. 30. 1 
Kijk in je boek op  blz. 130-131 
Schrijf het zo op in je schrift.
1. avonturier  = iemand die er op uit is om van alles te beleven

opdracht 30.2 hoef je niet te maken, die doen we samen in de klas. 

Slide 5 - Slide

nakijken opdr. 30. 1 
  1. avonturier – iemand die erop uit is van alles te beleven
  2.  onlangs – korte tijd geleden
  3.  attractie – iets waar je naartoe gaat om je te vermaken
  4.  modern – van deze tijd
  5.  architect – iemand die gebouwen ontwerpt
  6.  omtoveren – heel erg snel veranderen
  7.  gevolg – iets dat na en door iets anders gebeurt
  8.  ontstaan – beginnen te bestaan
  9.  oorspronkelijke - oudste
  10.  neerslag – water dat uit de lucht op aarde valt, als regen, sneeuw of hagel.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Als je een woord niet begrijpt...

stap 1:     lees een stukje terug of lees een stukje verder. 






Slide 8 - Slide

vaak zie je.....

een woord dat ongeveer hetzelfde betekent.
De juf zei: ik moet de toetsen nog corrigeren, ik hoop dat ik ze morgen heb nagekeken.

Slide 9 - Slide

vaak zie je ....

een woord dat het tegenovergestelde betekent.
Vroeger was mijn opa altijd sterk en fit, nu is zijn gezondheid broos.

Slide 10 - Slide

vaak zie je ....

een uitleg of een omschrijving van het woord.
Ik ga heel graag naar een musical. Dat is een voorstelling waarin zowel geacteerd als gezongen wordt.

Slide 11 - Slide

we gaan oefenen met.....
- woord met ongeveer dezelfde betekenis
- tegenstelling
- uitleg / omschrijving van het woord

Slide 12 - Slide

In de winter SCHEMERT het al vroeg. Het wordt dan al vroeg een beetje donker.
A
ongeveer dezelfde betekenis
B
tegenstelling
C
uitleg / omschrijving

Slide 13 - Quiz

Linda is een echte AVONTURIER , ze wil altijd veel van de wereld zien.
A
ongeveer dezelfde betekenis
B
tegenstelling
C
uitleg / omschrijving

Slide 14 - Quiz

De afgelopen maand viel er veel NEERSLAG, het regende bijna dagelijks.
A
ongeveer dezelfde betekenis
B
tegenstelling
C
uitleg / omschrijving

Slide 15 - Quiz

Als je naar het schilderij van Rembrandt kijkt, wat denk je dan: 'is het OUDERWETS of modern?
A
ongeveer dezelfde betekenis
B
tegenstelling
C
uitleg / omschrijving

Slide 16 - Quiz

(huis)werk 
lees opdracht 31 goed en maak de opdracht in je schrift.

Slide 17 - Slide

gelopen --> lopen
zwommen --> zwemmen
gezongen --> zingen
toverde --> toveren

Slide 18 - Slide

het grondwoord van computertje is:

Slide 19 - Mind map

het grondwoord van gewinkeld is

Slide 20 - Mind map

het grondwoord van veranderden is

Slide 21 - Mind map

het grondwoord van viooltje is

Slide 22 - Mind map

(huis)werk
lees opdracht 32 goed en maak de opdracht in je schrift.

Slide 23 - Slide

trappen van vergelijking

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

hoog - hoger -?

Slide 26 - Open question

breed - breder - ?

Slide 27 - Open question

? - liever - liefst

Slide 28 - Open question

weinig - minder - ?

Slide 29 - Open question

? - beter - best

Slide 30 - Open question

? - meer - meest

Slide 31 - Open question

opdracht: 
lees opdracht 33 goed en maak de opdracht in je schrift.

Slide 32 - Slide

samenstellingen





van vogel en huisje maak je ........
van slagroom en taart maak je ......

Slide 33 - Slide

school
fiets
bel
plein
broek
boek
tas
gebouw
tocht
route

Slide 34 - Drag question

opdracht
Maak in tweetallen een 
woordketting 
van samenstellingen. 
opdr 36 

Slide 35 - Slide

opdracht: 
lees opdracht 34-35  goed en maak de opdracht in je schrift.

Slide 36 - Slide