Par. 3.2 Het bestuur van de stadstaat 23

Par. 3.2
Het bestuur van de stadstaat
1 / 40
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Par. 3.2
Het bestuur van de stadstaat

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bestuursvormen Griekse oudheid:
monarchie (monos = alleen)= wanneer iemand door zijn afkomst alleen mag regeren
tyrranos = tiran = wanneer iemand door een staatsgreep alleen mag regeren
democratie (demos= volk) = wanneer het volk regeert
aristocratie (aristos =beste)= wanneer een kleine groep edelen regeren

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Democratie
- bedenker =Clisthenes (Kleisthenes) 
- democratie=  het volk beslist ==>  macht in handen van alle burgers  van Athene 
- wanneer was je burger? ==> wanneer je een in Athene geboren man was en je ouders in Athene geboren zijn
- vrouwen, slaven en buitenlanders hadden niets te vertellen (90% bevolking)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Tegenstanders democratie
 Filosofen zoals Socrates, Plato en Aristoteles

- zij vonden dat alleen mensen die er verstand van hadden mochten regeren (de aristocratie)
- zij zeiden dat in een democratie bestuurders alleen naar het eigenbelang keken

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Tiran

Er waren goede en slechte tirannen. 
Een voorbeeld van een goede tiran is  Pisistratus uit Athene.

Pisistratus was erg geliefd. 
Hij bevorderde de nijverheid en verbeterde de rechtspraak: beslissen over toepassing van wetten.

nijverheid = verwerken van grondstoffen

Slide 22 - Slide

nijverheid = verwerken van grondstoffen

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

huiswerk opdr 1, 2 en 3
1

a  A, B, C, E
b raad van oudsten (oude mannen uit adellijke families)



Slide 25 - Slide

This item has no instructions

opdr.3
a Een koning heerst alleen.
b Hij vond het slecht.
c “Daardoor gaat hij verkeerde dingen doen. Hij luistert naar mensen die over hen roddelen. En als mensen hem erg bewonderen, vertrouwt hij de vleierij niet. Maar het ergste is dat de alleenheerser oude gewoontes afschaft, geweld tegen vrouwen gebruikt en mensen zo maar laat doden.”



Slide 26 - Slide

This item has no instructions

opdr 3

d aristocratie
e Hij vond deze goed
f “De staat moet bestuurd worden door de meest bekwame mensen”

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

opdr. 6
a 1 monarchie 2 aristocratie 3 tirannie 4 democratie
b 1 wel  2 niet 3 wel 4 niet 5 niet 6 niet
c Bijvoorbeeld: 
Plicht: de regering gehoorzamen. 
Recht: spreken en stemmen in de volksvergadering.
d Bijvoorbeeld: over oorlog of vrede, de benoeming van een ambtenaar, de bouw van tempels

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

opdr. 7
a. (afb 17 -> toespraak Pericles
Bijvoorbeeld: Onjuist, want links zit een vrouw.
b voor democratie en tegen aristocratie
c Bijvoorbeeld: Een gekozen leider kan bedwelmd raken door macht en een tiran worden (of: als je eenmaal geproefd hebt van macht, wil je meer - ten koste van alles-).
d Bijvoorbeeld: Hij wilde niet dat de staten allemaal onafhankelijk waren, wilde 1 staat!! Dus ertegen. Hij was voor één bestuur voor alle mensen in één staat.


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

a Bijvoorbeeld: Hij zit op de troon, hij heeft een staf en iemand knielt voor hem. 

b Bijvoorbeeld: Het graf was bij een groot gebouw (misschien een paleis). Goud was heel kostbaar. Egypte had ook gouden dodenmaskers voor koningen.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions