Creatieve Schrijftechnieken

• Marketing & Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Creatieve Schrijftechnieken

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je je tekst verfraaien met bijvoeglijke naamwoorden en synoniemen om het aantrekkelijker te maken. Aan het einde van de les kun je visualisatietechnieken toepassen om nieuwe inzichten voor je verhaal te krijgen. Aan het einde van de les kun je een karakter of onderwerp in een andere context plaatsen om je verhaal interessanter te maken. Aan het einde van de les kun je de chronologische volgorde loslaten en kiezen voor een thematische aanpak voor je verhaal. Aan het einde van de les kun je verschillende vormen en media overwegen om je verhaal te presenteren.

Wat weet je al over creatief schrijven?

Verfraaien van tekst

Begin met het 'pimpen' van je tekst door aantrekkelijke bijvoeglijke naamwoorden en synoniemen toe te voegen.

Gebruik van visualisatie

Visualisatie kan helpen bij het ontwikkelen van nieuwe ideeën, bijvoorbeeld door een mindmap of collage te maken.

Plaatsen in andere context

Door je hoofdpersoon in een andere context te plaatsen, kan je verhaal een frisse invalshoek krijgen.

Thematische aanpak

Overweeg om af te stappen van de chronologische vertelwijze en kies voor een thematische aanpak.

Verschillende vormen en media

Kiezen voor een andere vorm of medium, zoals een tijdschrift of blog, kan nieuwe creatieve mogelijkheden bieden.

Definitielijst

Synoniemen: woorden met dezelfde of een vergelijkbare betekenis die tekstvariatie bieden. Visualisatie: het proces van het creëren van mentale beelden om inzicht te krijgen in complexe ideeën of concepten. Context: de omgeving of situatie waarin iets zich voordoet en die betekenis of inzicht kan geven. Thematische aanpak: een manier van schrijven waarbij het verhaal rondom een specifiek thema wordt georganiseerd. Media: verschillende middelen om informatie over te brengen, zoals boeken, tijdschriften, blogs of kalenders.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.