Week 2: les 2 en 3 P3 leestekens samenstellingen

Plenda
blz 73 opdr. 4, 5, 6, 10 
216: opdr. 1
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Plenda
blz 73 opdr. 4, 5, 6, 10 
216: opdr. 1

Slide 1 - Slide

T H 2 M
14 jan






Slide 2 - Slide

Lezen!

Slide 3 - Slide

Startopdracht
Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Kijk na:
  1.  Wordt je foto...
  2. Erwin Olaf debuteert...
  3. Hier vindt je vriend...
  4. Kruid als eerste ....
  5. ...ik schud...
  6. Verblijd je hem...?
  7. ...woedt een grote brand

Slide 6 - Slide

Leerdoelen deze week

  • je kent de werkwoordspelling, zowel in enkelvoudige als samengestelde zinnen
  • je hebt regels voor leestekens herhaald
  • je weet hoe je samenstellingen schrijft

  • je hebt in je leesboek gelezen: minimaal niveau 2 (zie mediatheek / lezenvoordelijst.nl)

Slide 7 - Slide

De belangrijkste stappen bij ww.spelling
  • tijdproef in de zin om PV's eruit te halen
  • PV TT: stam plus uitgang die bij OW hoort (hij word-t)
  • PV VT sterk ww: klankverandering (hij zwom)
  • PV VT zwak ww: stam plus -te(n) als medeklinker in 't exkofschip voorkomt (hij klap-te)
  • PV VT zwak ww: stam plus -de(n) als medeklinker NIET in 't exkofschip voorkomt (hij volg-de, hij verf-de)
  • VD: verplicht hulpww hebben/zijn/worden erbij (PV). D of T op het eind: zie 't exkofschip (heeft...gevolgd / is...gebeurd)





Slide 8 - Slide

Andere vormen ww.spelling
  • INF (hele werkwoord): spelen, lopen, chillen
  • Gebiedende wijs (ik-vorm): Verf die deur! Loop door!
  • Volt.dw als bijvoeglijk naamwoord gebruikt: bekleden => heeft bekleed => de beklede bank (zo kort mogelijk schrijven)





Slide 9 - Slide

Noteer juiste vorm en tijd
 voorbeeld: Hij... (worden) gisteren ziek. => werd, pv vt
  1. Hij .... (missen) gisteren het vliegtuig.

  2. Het ....(gebeuren) nu vaak dat jij te laat arriveert.
  3. Ik ....(verzenden) dit postpakket vandaag.
  4. Heeft hij jou naar de rector ....(sturen)?
  5. "....(worden) nou eens volwassen!" snauwde oma.
  6. De ....(verkleden) clown danst voor het publiek. 
  7. Als je goed .....(kijken), ...(word) je hier voor de gek gehouden.
  8. ....(melden) je broer nu dat hij gisteren ....(beroven) is?

Slide 10 - Slide

Controleer! 
 voorbeeld: Hij... (worden) gisteren ziek. => werd, pv vt
  1. Hij MISTE gisteren het vliegtuig. pv vt

  2. Het GEBEURT nu vaak dat jij te laat arriveert. pv tt
  3. Ik VERZEND dit postpakket vandaag. pv tt
  4. Heeft hij jou naar de rector GESTUURD? volt dw
  5. "WORD nou eens volwassen!" snauwde oma. geb.wijs
  6. De VERKLEDE clown danst voor het publiek. bijv.volt.dw
  7. Als je goed KIJKT, WORD je hier voor de gek gehouden. 2pvtt 
  8. MELDT je broer nu dat hij gisteren BEROOFD is? pv-volt.dw

Slide 11 - Slide

Wat is een samengestelde zin?

Slide 12 - Slide




Samengestelde zinnen hebben meerdere persoonsvormen

Slide 13 - Slide

Wijs alle PV's aan
  1. Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan, want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit. 
  2. Hoewel het nog lang duurt, gaan we dit jaar op reis naar het Verenigd Koninkrijk. 
  3. Omdat het koud is, en omdat het nu droog is, is het nu lekker winterweer.

Slide 14 - Slide

Wijs alle PV's aan
  1. Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan, want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit. 
  2. Hoewel het nog lang duurt, gaan we dit jaar op reis naar het Verenigd Koninkrijk. 
  3. Omdat het koud is, en omdat het nu droog is, is het nu lekker winterweer.

Slide 15 - Slide

Leestekens
  • komma in samengestelde zin tussen twee persoonsvormen:
  • Omdat het nu droog is, is het lekker winterweer.
  • Wat ik altijd al wilde, is een reis naar IJsland maken.
  • komma vóór voegwoorden, bv. maar, want, omdat:
  • Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan, want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit. 

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Regels over hoofdletters (zelf lezen)
Gebiedende wijs
Werkwoordelijk gezegde 
Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken / Plenda

  • In je boek of online
  • Let op: theorie over hoofdletters zelf doorwerken, pag 148
  • Huiswerkopdrachten van vandaag nakijken, zie document op Teams/Lesmateriaal/P3
  • Talent 2.9 Spelling: Opdracht 1, pag. 144 en opdr. 7 en 8.
  • Talent: 1.7, Grammatica zinsdelen, opdracht  4, 15 (pag. 55 en verder) en lezen pag. 59 (ev/sg)
  • Lezen in je leesboek

Slide 18 - Slide

Wat heb je geleerd? 

Slide 19 - Slide

T H 2 M
16 jan






Slide 20 - Slide

Startopdracht
  • Hoofdletters en leestekens: 
  • wist je dat ze in frankrijk en zuid afrika de tweede kerstdag niet vieren
  • jij maakte veel doelpunten voor ajax zei de journalist 
  • Werkwoorden: 
  • Het .....(besteden) bedrag was hoog.
  • .....(lachen) liep ze naar buiten.
  • De .... (verkleden) clown trad op.

Slide 21 - Slide

Hoofdletters en leestekens
  • Wist je dat ze in Frankrijk en Zuid-Afrika de tweede kerstdag niet vieren?
  • "Jij maakte veel doelpunten voor Ajax", zei de journalist.
  • Het bestede bedrag was hoog.
  • Lachend liep ze naar buiten.
  • De verklede clown trad op.

Slide 22 - Slide

Lezen

Slide 23 - Slide

Spelling

Slide 24 - Slide

Leerdoelen deze week

  • je kent de werkwoordspelling, zowel in enkelvoudige als samengestelde zinnen
  • je weet hoe je samenstellingen schrijft

  • je hebt in je leesboek gelezen: minimaal niveau 2 (zie mediatheek / lezenvoordelijst.nl)

Slide 25 - Slide

Huiswerk
  • Huiswerkopdrachten van eerder nakijken, zie document op Teams/Lesmateriaal/P3
  • Talent 2.9 Spelling: Opdracht 1, pag. 144 en opdr. 7 en 8.
  • Talent: 1.7, Grammatica zinsdelen, opdracht 4, 15 (pag. 55 en verder) en lezen pag. 59 (ev/sg)

Slide 26 - Slide

Wat zijn de hoofd- en bijzinnen?


  • Omdat de vakantie zo leuk was, heb ik weinig zin om op school te zitten.
  • Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan, want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit. 

Slide 27 - Slide

Wat zijn de hoofd- en bijzinnen?


  • Omdat de vakantie zo leuk was (BZ), heb ik weinig zin om op school te zitten (HZ).
  • Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan (HZ), want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit (HZ). 

Slide 28 - Slide

Schrijf nu op:
1. een enkelvoudige zin (dat is dus een hoofdzin)
2. een samengestelde zin, die begint met een bijzin (tip: begin met een voegwoord zoals 'hoewel' of 'omdat')

Slide 29 - Slide

Voltooide tijd: met een pv (hebben, zijn of worden)

  • zwakke ww: kijk naar de stam. Harde klank uit 'T EX KOFSCHIP: T erachter. Zachte klank: D erachter
  • kloppen / klop / (wordt) gekloPT
  • schillen / schil / (heb) geschiLD 
  • chillen / chil / (heb) gechiLD 
  • sterke ww: klankverandering
  • zingen => zong, gezongen / heffen => hief, geheven 

Slide 30 - Slide

Voltooide deelwoord (VD) als bijv. nw gebruikt (VDbv)
  • De bank is (PV) bekleed (VD).
  • De beklede (VDbv) bank staat (PV) mooi.
  • Regel: dit bijv.nw schrijf je zo kort mogelijk
  • Vergelijk: 
  • De verklede clown treedt nu op.
  • Hij verkleedde zich (verkleed= stam; zwak ww; D niet in t ex kofschip, dus DE erachter want pv, ev, vt)

Slide 31 - Slide

Tegenwoordig deelwoord
  • hele werkwoord plus D erachter
  • lachend, spelend, gamend
  • geeft aan dat iets op dat moment bezig is te gebeuren

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

7: (worden is PV): aangeboden (VD, sterk)
8: (wordt is PV): gelest (VD, zwak, in t exkofschip, dus T)
9: vervreemde (VDbv, zo kort mogelijk)
10. (hebben is PV): gesuisd (VD, zwak, z niet in t exkofschip, dus D)
11. (hebben is PV): gekund (VD, onregelmatig, leren)

Slide 34 - Slide

Spelling van samenstellingen
  • Wat is een samenstelling? 
  • Twee (of meer) woorden die samen een 'nieuw' woord vormen: fiets + hok = fietsenhok
  • Samenstelling schrijf je aan elkaar. 
(hst 3.9: spelling)

Slide 35 - Slide

Startopdracht: 
Schrijf de woorden correct op:
concentratie + problemen
fiets + rek
gerst + bier
gedachte + sprong

Slide 36 - Slide

Regels tussenletters samenstelling
  • bij sommige samenstellingen een -s: machtsvertoon dus ook: machtsstrijd
  • Regel: 
  • je hoort een -s, dus je schrijft 'm
  • bij veel andere samenstellingen een -n of -en: vriendendienst en berenkuil
  • Regel: 
  • -en als eerste deel een zelfst. nw is met meervoud op -en 

Slide 37 - Slide

Géén -en, maar een -e als eerste deel....
  1. géén mv heeft: roggebrood (want 'rogge')
  2. Er maar één van (zichtbaar) is (zon): zonnestraal
  3. Als eerste deel (ook) een mv op -es heeft: asperges, ziekten/-es: aspergesoep, ziektekiem
  4. Als het eerste deel géén zelfst. nw is: blindedarm
  5. Als het eerste deel een versterking is van bijv.nw: boordevol.

Slide 38 - Slide

DUS: de tussenletter -n schrijf je als:
Het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is en alléén een meervoud heeft op -EN.
3 uitzonderingen:
1. Er is er maar één van (zonnestraal / koninginnedag)
2. Het woord is niet meer als samenstelling te herkennen (schattebout / spillebeen)
3. Eerste deel versterkt het tweede deel (apetrots / beresterk)

Slide 39 - Slide

Schrijf op in je schrift:
Dicteewoorden

Slide 40 - Slide

Schrijf op in je schrift:

  1. kortetermijnplanning

  2. groenteboer
  3. tarwebrood
  4. fietszadel
  5. reuzeleuk

Slide 41 - Slide

Samenstellingen met tussen-n en tussen-s (1)
  • Tussen-s als je 'm hoort:  'dorpsplein'  dus ook 'dorpsstraat'
  • Tussen-n als het eerste deel van de samenstelling een zn is met mv op -en: fiets => fietsen =>fietsenrek; boekenkast
  • Geen tussen-n: 
  • als het eerste woord geen mv heeft: tarwegras, gerstebier
  • als het eerste woord een mv heeft op -s: babykamer
  • mv op -en én s: gedachte => gedachtes of gedachten => dus: gedachtesprong ziekte=> ziekten of ziektes => dus: ziektekiem

Slide 42 - Slide

Samenstellingen met tussen-n en tussen-s (2)

  • Geen tussen-n: 
  • als het hele woord een bijv. nw is en het eerste deel een versterkende functie heeft: beregezellig, boordevol
  • als het eerste deel géén zelfst.nw is: spinnewiel (ww: spinnen), blindedarm (bn: blind), hogeschool (bn: hoog), huilebalk
  • als het iets unieks betreft: zonnestraal (we zien maar één zon), maneschijn

Slide 43 - Slide

Schrijf op je wisbordje: dicteewoorden

Slide 44 - Slide

Waarom leer je dit? 
  • ... 
  • omdat veel leerlingen (vooral uit TTO) samenstellingen vaak los schrijven in plaats van aan elkaar (invloed van het Engels)
  • omdat je door spelfouten in je teksten minder serieus genomen wordt.

Slide 45 - Slide

Zelfstandig werken / Plenda!

  • Nakijken van eerdere huiswerkopdrachten
  • Nakijken huiswerkopdrachten (zie antwoorden bij Teams / Lesmateriaal P3
  • Talent: 3.9 spelling: opdracht 1, 4, 5, 8  en 9 over samenstellingen en werkwoordspelling

Slide 46 - Slide

Wat heb je geleerd? 
samenstellingen
werkwoordspelling
leestekens tussen twee pv's
....

Slide 47 - Slide