Week 1: les 1 en 2 start P3 en wwspelling OK

TH2M
9 jan
Gelukkig Nieuwjaar!

De afspraak: voorbereid komen => 
spullen mee, huiswerk af





1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 51 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

TH2M
9 jan
Gelukkig Nieuwjaar!

De afspraak: voorbereid komen => 
spullen mee, huiswerk af





Slide 1 - Slide

Lezen!

Slide 2 - Slide

Startopdracht werkwoordspelling
opdr. 1 pag. 67

Slide 3 - Slide

ww. en leestekens

Slide 4 - Slide

Noteer apart het aantal fout in ww en in leestekens.

Slide 5 - Slide

Gedicht 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Overleg met je buur / buren
  •  Dit gedicht gaat over: 
....

  • Wat dit gedicht verwoordt, vind ik:
verrassend - mooi - nietszeggend - apart - grappig - spannend - eng - realistisch - ouderwets - modern - langdradig - waar - voorspelbaar - herkenbaar - kinderachtig - ingewikkeld - ..., WANT....

Slide 8 - Slide

Leerdoelen P3


  • taal: spelling, werkwoordspelling, leestekens, samenstellingen => taaltoets 28 januari 
  • schrijfvaardigheid: folder (informerend en overtuigend) en zakelijke e-mail (informerend en overtuigend) => TEA 3: toets schrijfvaardigheid
  • Diataalmeting TEA 3
  • Workshop Spoken Word: ma. 17 maart


     

    Slide 9 - Slide

    Leerdoelen deze week
    • je weet waaraan je deze periode werkt 
    • je kent de werkwoordspelling, zowel in enkelvoudige als samengestelde zinnen

    • je hebt in je leesboek gelezen: minimaal niveau 2 (zie mediatheek / lezenvoordelijst.nl)

    Slide 10 - Slide

    Leerdoelen P3
    Taal en schrijfvaardigheid



    Deze vind je bij Teams/Lesmateriaal/P3

    Slide 11 - Slide

    Slide 12 - Slide

    Werkwoordspelling

    Slide 13 - Slide

    Overzicht ww.spelling
    • pv tegenwoordige tijd (hij loopt / zij wordt / jij bezorgt)
    • pv verleden tijd (hij liep / zij meldde / wij waren)
    • gebiedende wijs (Kom! Word wakker!)
    • volt. tijd ( hij heeft gestuurd - zij is gewaarschuwd)
    • tegenwoordig deelwoord (lachend)
    • bijv. gebruikt volt. deelwoord (de beklede bank)
    • infinitief of hele werkwoord (ik wil graag chillen.)

    Slide 14 - Slide

    Doel: herkennen van de belangrijkste soorten ww. in de zin

    • Wat is de allerbelangrijkste vraag die je jezelf stelt voordat je een ww schrijft?
    • is dit ww een persoonsvorm (PV)?
    • PV (persoonsvorm)
    • VD (voltooid deelwoord)
    • INF (infinitief / volledige werkwoord)
    !PV is verbonden met het OW uit de zin! 

    Slide 15 - Slide

    Doe de tijdproef om PV te vinden

    • Ik ga naar school, omdat ik wijzer wil worden.
    • => Ik ging naar school, omdat ik wijzer wilde worden.
    • PV in tegenwoordige tijd (stam + ow. bepaalt uitgang)
    • PV in verleden tijd (let op verschil sterke en zwakke ww; zwakke: 't exkofschip (stemloze medeklinkers)

    Slide 16 - Slide

    Voltooid deelwoord (VD)

    • Een voltooid deelwoord als onderdeel van het wwg heeft altijd een hulpwerkwoord bij zich
    • Hulpwerkwoorden: hebben / zijn / worden
    • Hij heeft gewandeld; dit is gebeurd; zij wordt gestalkt
    • Voor schrijfwijze van VD (kies je d of t?) gebruik je 't ex-kofschip

    Slide 17 - Slide

    Modelen werkwoordspelling 


    1. Het ......[gebeuren, tt] vaak dat er uitval is.

    2. Ze heeft deze man .....[achtervolgen] naar zijn huis.
    3. ..... [berichten] je broer gisteren dat hij ziek is?

    Slide 18 - Slide

    Enkelvoudige en samengestelde zinnen

    Slide 19 - Slide

    Wat valt hier op?
    • Als je goed kijkt, word je hier voor de gek gehouden.
    • Meldt je broer nu dat hij gisteren beroofd is?
    • ...
    • meer dan één persoonsvorm? dan heb je een samengestelde zin!
    • één persoonsvorm? enkelvoudige zin

    Slide 20 - Slide

    Hoeveel persoonsvormen zie je in de zin?
     
    • Gelukkig heeft Twente gewonnen van PEC Zwolle.
    • Toen ik klein was, las mijn opa mij altijd voor. 
    • Ik ben blij als ik chocola eet. 
    • ...
    • meer dan één persoonsvorm? dan heb je een samengestelde zin!
    • één persoonsvorm? enkelvoudige zin






    Slide 21 - Slide

    Hoeveel persoonsvormen zie je in de zin?
     
    • Gelukkig heeft Twente gewonnen van PEC Zwolle.
    • Toen ik klein was, las mijn opa mij altijd voor. 
    • Ik ben blij als ik chocola eet
    • ...
    • meer dan één persoonsvorm? dan heb je een samengestelde zin!
    • één persoonsvorm? enkelvoudige zin






    Slide 22 - Slide

    Check!

    Slide 23 - Slide

    Noteer juiste vorm en tijd
     voorbeeld: Hij... (worden) gisteren ziek. => werd, pv vt
    1. Hij .... (missen) gisteren het vliegtuig.

    2. Het ....(gebeuren) nu vaak dat jij te laat arriveert.
    3. Ik ....(verzenden) dit postpakket vandaag.
    4. Heeft hij jou naar de rector ....(sturen)?
    5. "....(worden) nou eens volwassen!" snauwde oma.
    6. De ....(verkleden) clown danst voor het publiek. 
    7. Als je goed .....(kijken), ...(word) je hier voor de gek gehouden.
    8. ....(melden) je broer nu dat hij gisteren ....(beroven) is?

    Slide 24 - Slide

    Controleer! 
     voorbeeld: Hij... (worden) gisteren ziek. => werd, pv vt
    1. Hij MISTE gisteren het vliegtuig. pv vt

    2. Het GEBEURT nu vaak dat jij te laat arriveert. pv tt
    3. Ik VERZEND dit postpakket vandaag. pv tt
    4. Heeft hij jou naar de rector GESTUURD? volt dw
    5. "WORD nou eens volwassen!" snauwde oma. geb.wijs
    6. De VERKLEDE clown danst voor het publiek. bijv.volt.dw
    7. Als je goed KIJKT, WORD je hier voor de gek gehouden. 2pvtt 
    8. MELDT je broer nu dat hij gisteren BEROOFD is? pv-volt.dw

    Slide 25 - Slide

    Meer dan 2 fout? 
    Volg de extra uitleg hierna

    Minder dan 2 fout: aan de slag met:
    - Lezen in je leesboek (minimaal 15 min.)
    - Opdrachten werkwoordspelling 2 t/m 6 maken: pag. 67-70 en opdracht 11a en 11b, pag. 72

    Slide 26 - Slide

    De belangrijkste vraag:  pv of niet?
    • is het werkwoord een persoonsvorm? JA 
    • voor de tegenwoordige tijd 
    • ik-vorm voor 'ik'  en 'je/ jij' achter het werkwoord
    • lopen - zingen - chatten
    • ik loop / loop jij?
    • ik-vorm+ t voor 'je/ jij' en hij/zij: jij/hij loopt 
    • hele werkwoord voor het meervoud: wij, jullie, zij
    • de kinderen lopen





    Slide 27 - Slide

    Plenda
    blz 73 opdr. 4, 5, 6, 10 
    216: opdr. 1

    Slide 28 - Slide

    De allerbelangrijkste vraag:  
    • is het ww een pv? JA 
    • voor de verleden tijd:
    • sterk ww? => klankverandering: ga, ging
    • zwak ww? => haal van hele werkwoord -en af (stam)
    • laatste letter in  'T SeXy FoKSCHaaP'? Dan + -te /-ten. Andere ww: + -de/-den
    • klappen => p => ik klapte / verven => v => hij verfde
    • raden => d => hij raadde



    Slide 29 - Slide

    De allerbelangrijkste vraag:  
    • is het ww een persoonsvorm? JA 
    • En is de pv ook een bevel of opdracht? JA
    • Dat is de gebiedende wijs. Daarvoor gebruik je de ik-vorm: 
    • Loop door! Houd afstand! 




    Slide 30 - Slide

    zwakke ww v.t./ volt.t: beluister de klank!
    • Een 'd' of 't' in verleden of voltooide tijd wordt bepaald door de klank
    • harde klanken, zoals K, P, S, T (stemloos): deze krijgen een 't' in de verleden en voltooide tijd => siste, klapte, kapte / heeft gesist, geklapt, gekapt
    • zachte klanken, zoals M, N, L, R (stemhebbend): deze krijgen een 'd' in vt en volt. tijd => vertelde, kamde, gebeurde / heeft verteld, gekamd, is gebeurd




    Slide 31 - Slide

    Zelfstandig werken

    1. Lezen in je leesboek (minimaal 15 min.)
    2. Opdrachten werkwoordspelling 3 t/m 6 maken: pag. 67-70 en  opdracht 11a en 11b, pag. 72

    Slide 32 - Slide

    T H 2 M
    14 jan






    Slide 33 - Slide

    Startopdracht
    Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

    Slide 34 - Slide

    Stappenplan
    1.  Is het ww een PV of niet?
    2. Ja, PV: tt of vt?
    3. tegenw.tijd: stam plus uitgang tt
    4. gebiedende wijs: ik-vorm (Pak dat boek!)
    5. verleden tijd zwak ww: stam => t exkofschip => -te / -ten erachter. Sterke ww: klankverandering
    6. Volt.deelwoord? Dan moet er "hebben"/"zijn"/ "worden" bij staan. Regels t exkofschip

    Slide 35 - Slide

    Slide 36 - Slide

    Kijk na:
    1.  Wordt je foto...
    2. Erwin Olaf debuteert...
    3. Hier vindt je vriend...
    4. Kruid als eerste ....
    5. ...ik schud...
    6. Verblijd je hem...?
    7. ...woedt een grote brand

    Slide 37 - Slide

    Leerdoelen deze week
    • je weet waaraan je deze periode werkt 
    • je kent de werkwoordspelling, zowel in enkelvoudige als samengestelde zinnen

    • je hebt in je leesboek gelezen: minimaal niveau 2 (zie mediatheek / lezenvoordelijst.nl)

    Slide 38 - Slide

    Naast PV en VD heb je nog andere werkwoordsvormen

    1. hele werkwoord (infinitief)
    2. voltooid deelwoord als bijv. nw gebruikt (de verklede clown). Regel: zo kort mogelijk
    3. tegenwoordig deelwoord: hele ww + D: lachend, lopend, werkend, gamend

    Slide 39 - Slide

    Wat is een samengestelde zin?

    Slide 40 - Slide

    Samengestelde zinnen hebben meerdere persoonsvormen


    twee hoofdzinnen OF
    een hoofd- en een bijzin OF
    twee hoofdzinnen en een bijzin OF ....

    Wat is een hoofdzin en wat een bijzin?


    Slide 41 - Slide

    Kenmerken van een hoofdzin
    • onderwerp en pv staan naast elkaar
    • De zin is een gewone mededeling
    • Er past géén woord tussen het ow en de PV:
    • "Ik sport altijd op zaterdag."
    • "Op zaterdag sport ik altijd."
    • Altijd sport ik op zaterdag
    • Altijd sport *op *zaterdag ik"

    Slide 42 - Slide

    Kenmerken van een bijzin
    • tussen het onderwerp en PV kun je andere woorden plaatsen
    • PV staat vaak achteraan in de bijzin
    • Toen ik klein was, ...
    • Als ik chocola eet,...
    • Zo'n zin is niet "zelfstandig": je voelt dat er nog informatie ontbreekt en de zin niet 'af' is.

    Slide 43 - Slide

    Wat is de hoofdzin (HZ)


    • Hoewel ik elke week fanatiek sport, word ik nog steeds niet naar de Olympische Spelen gestuurd.
    • Zoek eerst de PV's en de onderwerpen
    • Kunnen / Staan er woorden tussen PV en OW?
    • Hoewel ik elke week fanatiek sport, word ik nog steeds niet naar de Olympische Spelen gestuurd.
    • Hoewel ik elke week fanatiek sport, word ik nog steeds niet naar de Olympische Spelen gestuurd.






    Slide 44 - Slide

    Wat is de bijzin (BZ)

    • Omdat ik vaak te laat kom, maakt mijn moeder me nu vaak wakker. (PV's en OW?)
    • Omdat ik vaak te laat kom, maakt mijn moeder me nu vaak wakker.
    • Omdat ik vaak te laat kom, maakt mijn moeder me nu vaak wakker.





    Slide 45 - Slide

    Bepaal hoofd- en bijzin (hz-bz)
    1. Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan, want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit. 
    2. Hoewel het nog lang duurt, gaan we dit jaar op reis naar het Verenigd Koninkrijk. 
    3. Omdat het koud is, en omdat het nu droog is, is het nu lekker winterweer.

    Slide 46 - Slide

    Leestekens
    • komma in samengestelde zin tussen twee persoonsvormen:
    • Wat ik altijd al wilde, is een reis naar IJsland maken.
    • komma vóór voegwoorden maar, want, omdat:
    • Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan, want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit. 

    Slide 47 - Slide

    Waarom leer je dit? 
    • ... 
    • als je weet wat een bijzin is, dan weet je dat die niet als losse zin met een punt kan voorkomen.
    • fout vb: *Als het goed is. Neem ik morgen de auto.
    • goed vb: Als het goed is, neem ik morgen de auto.
    • om te zorgen dat je tussen een hoofd- en een bijzin een komma plaatst (vóór 'omdat', 'maar',...) en tussen 2 pv's:
    • Ik ga heel veel schaatsen, omdat het nu nog vriest.
    • Als het goed is, neem ik morgen de auto.

    Slide 48 - Slide

    Zelfstandig werken / Plenda

    • In je boek of online
    • Let op: theorie over hoofdletters zelf doorwerken
    • Huiswerkopdrachten van vandaag nakijken, zie document op Teams/Lesmateriaal/P3
    • Talent 2.9 Spelling: Opdracht 1, pag. 144 en opdr. 5, 7 en 10.
    • Talent: 1.7, Grammatica zinsdelen, opdracht 1, 4, 9, 10, 11 en 12 (pag. 50 en verder)
    • Lezen in je leesboek

    Slide 49 - Slide

    Wat heb je geleerd? 

    Slide 50 - Slide

    Wat heb je geleerd? 
    HZ-BZ
    werkwoordspelling
    leestekens tussen twee pv's
    ....

    Slide 51 - Slide