4. (1p) Door het handelsakkoord kunnen de gemiddelde inkomens van burgers in de EU toenemen. Hieronder staan drie economische verschijnselen:
1 Werkloosheid in de EU daalt.
2 Werkgelegenheid in de EU stijgt.
3 Exportopdrachten voor de EU stijgen.
In welke regel staan de verschijnselen in een zodanige volgorde dat een logische gedachtegang ontstaat?
A handelsakkoord --> 1 --> 2 --> 3 --> hoger gemiddeld inkomen EU-burgers
B handelsakkoord --> 1 --> 3 --> 2 --> hoger gemiddeld inkomen EU-burgers
C handelsakkoord --> 2 --> 1 --> 3 --> hoger gemiddeld inkomen EU-burgers
D handelsakkoord --> 2 --> 3 --> 1 --> hoger gemiddeld inkomen EU-burgers
E handelsakkoord --> 3 --> 1 --> 2 --> hoger gemiddeld inkomen EU-burgers
F handelsakkoord --> 3 --> 2 --> 1 --> hoger gemiddeld inkomen EU-burgers