What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Dictee groep 4
Dictee groep 4
1 / 50
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 4
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Dictee groep 4
Slide 1 - Slide
Hoe spel je dit woord?
Slide 2 - Open question
proef
Slide 3 - Slide
Hoe spel je dit woord?
Slide 4 - Open question
poosje
Slide 5 - Slide
Hoe spel je dit woord?
Slide 6 - Open question
scherm
Slide 7 - Slide
Hoe spel je dit woord?
Slide 8 - Open question
wormpje
Slide 9 - Slide
Hoe spel je dit woord?
Slide 10 - Open question
keizer
Slide 11 - Slide
Hoe spel je dit woord?
Slide 12 - Open question
zweep
Slide 13 - Slide
Hoe spel je dit woord?
Slide 14 - Open question
vrouwtje
Slide 15 - Slide
Hoe spel je dit woord?
Slide 16 - Open question
schrik
Slide 17 - Slide
Hoe spel je dit woord?
Slide 18 - Open question
gezond
Slide 19 - Slide
Hoe spel je dit woord?
Slide 20 - Open question
ijzer
Slide 21 - Slide
Enkelvoud of Meervoud
kopen
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 22 - Quiz
Enkelvoud of Meervoud
Fietsen
A
Enkelvoud
B
Meervoud
Slide 23 - Quiz
Waar staat het woord goed?
A
spurneus
B
speurneuz
C
speurneus
Slide 24 - Quiz
A
ei
B
ij
Slide 25 - Quiz
Enkelvoud of Meervoud
Druif
A
Enkelvoud
B
Meervoud
Slide 26 - Quiz
Wat is geen eeuw-ieuw
woord?
A
nieuwslezen
B
sneeuwbal
C
schoolplein
D
zeemeeuw
Slide 27 - Quiz
A
ei
B
ij
Slide 28 - Quiz
Waar staat het woord goed?
A
ijsbeer
B
eisbeer
C
ijsbir
Slide 29 - Quiz
Welk woord is een samenstelling?
A
Lampen
B
Papierbak
C
papieren
D
spelletje
Slide 30 - Quiz
Waar staat het woord goed?
A
spor
B
zpoor
C
spoor
Slide 31 - Quiz
A
ei
B
ij
Slide 32 - Quiz
Waar staat het woord goed?
A
klurdoos
B
kleurdoos
C
keurdoos
Slide 33 - Quiz
A
ei
B
ij
Slide 34 - Quiz
Wat is een samenstelling
A
vertelt
B
koelkast
C
een
D
bal
Slide 35 - Quiz
A
ei
B
ij
Slide 36 - Quiz
Waar staat het woord goed?
A
beur
B
deur
C
dur
Slide 37 - Quiz
A
ei
B
ij
Slide 38 - Quiz
A
ei
B
ij
Slide 39 - Quiz
Welke woord hoort bij
het zingwoord?
A
plank
B
wang
C
rood
D
bank
Slide 40 - Quiz
Wat is het lidwoord in de volgende zin?
De verklede muzikanten zaten stil.
A
De
B
verklede
C
muzikanten
D
zaten
Slide 41 - Quiz
Opa fietst altijd heel hard.
Wat is het werkwoord?
A
Heel
B
altijd
C
Fietst
D
hard
Slide 42 - Quiz
Vraagt Bart het krijt aan zijn juf?
Wat is het werkwoord?
A
vraagt
B
Bart
C
krijt
D
juf
Slide 43 - Quiz
De muts is heerlijk warm.
Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
muts
B
is
C
warm
D
heerlijk
Slide 44 - Quiz
Wat is geen eer / oor / eur woord
A
reuk
B
zeur
C
koor
D
leer
Slide 45 - Quiz
De kleine jongen lacht heel hard.
Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
kleine
B
jongen
C
lacht
D
hard
Slide 46 - Quiz
Welke regel hoort bij het
aai-ooi-oei-woord?
A
Je hoort de i maar je schrijft de j
B
Je hoort de j maar je schrijft de i
C
Er mag geen g tussen
D
Er mag geen u tussen
Slide 47 - Quiz
Wat is geen samenstelling?
A
Voetbal
B
Gebak
C
speelplein
D
Handdoek
Slide 48 - Quiz
Wat is een samenstelling
A
legt
B
koelkast
C
wankel
D
bal
Slide 49 - Quiz
Wat is een samenstelling
A
zwaaien
B
wangen
C
springen
D
kaasschaaf
Slide 50 - Quiz
More lessons like this
herhaling bijv nw, ww, woordenschat PTO 3 m2
March 2021
- Lesson with
20 slides
spaans
Secondary Education
Spelling staal groep 4
February 2023
- Lesson with
35 slides
Spelling
Basisschool
Groep 4
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
February 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Creatief schrijven & spelling les 5: samengestelde woorden
February 2023
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Staal blok 3 week 1 les 1 2
January 2023
- Lesson with
31 slides
Spelling
Basisschool
Groep 4
Groep 5-6 | werkwoordspelling | enkelvoud-meervoud
August 2024
- Lesson with
30 slides
by
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Werkwoordspelling
+1
Basisschool
Groep 5,6
NTC DEF@ctO nl E.E
Spelling blok 7, week 2, les 3
June 2023
- Lesson with
21 slides
Spelling
Basisschool
Groep 4
groep 4 | werkwoordspelling | enkelvoud, meervoud
August 2024
- Lesson with
22 slides
by
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Werkwoordspelling
+2
Basisschool
Groep 4
NTC DEF@ctO nl E.E