8.2 Geluid horen.

8.2 Geluid horen


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NaskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

8.2 Geluid horen


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
Herhalen 8.1 Geluid maken

Leerdoelen van deze les

Introductie, instructie en controle vragen over de les;

Vragen maken die horen bij de les.
Klaar=> maak test jezelf


Slide 2 - Slide

Je hoort het geluid van een viool.

Welke geluidsbron maakt dit geluid?

Slide 3 - Open question

Peter luistert naar muziek op zijn telefoon.
Naast Peter loopt zijn broer, die het geluid niet hoort.

Is de telefoon van Peter een geluidsbron?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Schrijf vier geluidsbronnen op die
door mensen gemaakt zijn.

Slide 5 - Open question

leerdoelen:
8.2.1 Je kunt beschrijven hoe je geluid van een geluidsbron kunt horen.
8.2.2 Je kunt uitleggen welke weg geluid aflegt van de buitenkant van je oor tot aan je hersenen.
8.2.3 Je kunt uitleggen hoe een luidspreker werkt.

Introductie
Horen doe je met je oren. Als je je hand achter je oor houdt, dan hoor je beter. Je oren worden daardoor ‘groter’. Ze kunnen dan meer trillingen opvangen.

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
8.2.1 Je kunt beschrijven hoe je geluid van een geluidsbron kunt horen.
TUSSENSTOF

Geluid ontstaat door trillingen van een geluidsbron. Geluid hoor je met je oren. De trillingen moeten dus van de geluidsbron naar je oren gaan. Dat gaat zo:
1 De geluidsbron trilt.
2 Hierdoor gaat de lucht rondom de geluidsbron ook trillen.
3 De trillingen gaan door de lucht naar je oren.



Slide 7 - Slide

Leerdoelen
8.2.1 Je kunt beschrijven hoe je geluid van een geluidsbron kunt horen.
TUSSENSTOF

De trillingen verplaatsen zich door de lucht. De lucht is de tussenstof waar het geluid zich door verplaatst. Het geluid gaat van de geluidsbron door de tussenstof naar je oren. Onder water hoor je ook geluid. 
Dan is water de tussenstof.


Om geluid te horen, heb je dus drie dingen nodig. Dat zijn:
• een geluidsbron;
• een tussenstof (meestal is dat lucht);
• je oren.
Opdracht 1,2 en 3


Slide 8 - Slide

Je luistert met een groepje vrienden naar muziek.

Hoe komt het geluid van de geluidsbron bij je oren?
A
Door de luidsprekers van de muziekinstallatie
B
Door de trillende lucht
C
Door de trillende geluidsbronnen

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen
8.2.2 Je kunt uitleggen welke weg geluid aflegt van de buitenkant van je oor tot aan je hersenen.
DE BINNENKANT VAN JE OOR

In de afbeelding is een tekening van je oor. Aan de buitenkant zit je oorschelp. Die stuurt de trillingen naar binnen, je oor in. In je oor zit het trommelvlies. Dit is een dun vlies dat strak gespannen is, zoals bij een trommel.
Het trommelvlies kan de trillingen uit de lucht goed opvangen. 
Het trommelvlies gaat daardoor even snel trillen als de 
lucht.
De trillingen gaan verder naar de gehoorbeentjes. 
Die geven via de gehoorzenuw een signaal aan
 je hersenen. 
Op die manier hoor je geluid.


Slide 10 - Slide

Leerdoelen
8.2.2 Je kunt uitleggen welke weg geluid aflegt van de buitenkant van je oor tot aan je hersenen.

Slide 11 - Slide

Wat gaat als eerste trillen als
geluid je oor bereikt?
A
De gehoorbeentjes
B
De hersenen
C
De oorschelp
D
Het trommelvlies

Slide 12 - Quiz

Leerdoelen
8.2.3 Je kunt uitleggen hoe een luidspreker werkt.
DE LUIDSPREKER

Een luidspreker is een geluidsbron. In een luidspreker zit een dun vel. Het dunne vel kan snel naar binnen en naar buiten bewegen. Dit noem je trillen. Doordat het vel trilt, gaat de lucht eromheen trillen. De trillingen komen bij je oor en je hoort het geluid. Het dunne vel in de luidspreker heet de conus.



Slide 13 - Slide

Leerdoelen
8.2.3 Je kunt uitleggen hoe een luidspreker werkt.
DE LUIDSPREKER


In afbeelding 4 is getekend hoe het geluid uit een luidspreker komt. De conus van de luidspreker beweegt snel heen en weer. 
De trillingen van de conus verplaatsen zich door de lucht.
 De lucht gaat in alle richtingen trillen.


Slide 14 - Slide

De conus in een luidspreker trilt.
De conus is een .......... vel.
A
Dun
B
Dik
C
Doorzichtig

Slide 15 - Quiz

Onthouden:

Slide 16 - Slide

Aan het werk! NOVA
Wat? 8.1 Geluid maken
Opdracht 1 t/m 15
De P-opdrachten hebben we samen gedaan.
Waar? In Magister naar leermiddelen Nova Nask. 
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Kijk het dan na!

timer
1:00

Slide 17 - Slide


Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Dit is een open vraag.

Slide 18 - Open question


Stel een vraag over iets wat je 
nog niet zo goed hebt begrepen.
Dit is een open vraag.

Slide 19 - Open question