1: De student luistert actief
2: De student laat een empathische houding zien
3: De student past de verbale en non-verbale houding aan op de situatie
4: De student beantwoord vragen correct en afdoende
5: De student past een herkenbare structuur van inleiding - kern - afronding toe
6: De student houdt het doel van het gesprek voor ogen
7: De student bewaakt een respectvolle benadering van de zorgvrager
8: De student geeft een samenvatting van het gesprek
9: De student checkt of de inhoud van het gesprek begrepen is
10: De student vraagt in de afronding hoe het gesprek ervaren is