19 april mh2b Bijwoordelijke bepalingen

Welkom MH2B!!
Nederlands -> bijwoordelijke bepalingen
LAW
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom MH2B!!
Nederlands -> bijwoordelijke bepalingen
LAW

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

Aan het einde van de les...

... kun je bijwoordelijke bepalingen in zinnen herkennen en benoemen.

 ... kun je het verschil uitleggen tussen bijwoordelijke bepalingen en andere zinsdelen. 

... kun je verschillende vragen formuleren waarop bijwoordelijke bepalingen antwoord geven.

... kun je bijwoordelijke bepalingen die geen duidelijke vraag beantwoorden identificeren.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over bijwoordelijke bepalingen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Functie van bijwoordelijke bepalingen
Zinsdeel dat informatie geeft over het werkwoordelijk gezegde of over de hele zin en beantwoordt vragen zoals
- Waar?
- Waarom?
- Hoe?
- Waarmee?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldjes
Hij loopt in het park.'  
Vraag: Waar?

Wij hadden gister een toets op school.
Vragen: Wanneer? + Waar?

Die bal kwam vanwege die irritante speler op z'n hoofd terecht.
Vraag: Hoe? + Waar?



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bijzondere bijwoordelijke bepalingen die geen vraag beantwoorden
Voorbeeld: 'Hij komt misschien.' 
- Bijwoordelijke bepaling: 'misschien' 

- Want: geen duidelijke vraag en blijft over in de zin

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 voorbeelden op van een BWB.

Slide 7 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
timer
1:00
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
Dit zinsdeel begint nooit met een voorzetsel
Dit zinsdeel kan slechts met twee specifieke voorzetsels beginnen
Dit zinsdeel kan met allerlei voorzetsels beginnen
Als dit zinsdeel begint met een voorzetsel, dan kun je het voorzetsel in principe ook weglaten. Wellicht moet je dan wel de woordvolgorde in de zin veranderen.
Als dit zinsdeel met een voorzetsel begint, dan kun je het voorzetsel niet weglaten.
Dit zinsdeel betreft meestal een tijd, plaats of een manier waarop iets gebeurt.
Dit zinsdeel zegt iets over het gezegde in een zin
Dit zinsdeel is een soort ontvanger in de zin.
Dit zinsdeel vind je door de vraag te stellen:

wat/wie+wwg+ond?
Aan dit zinsdeel kun je soms de voorzetsels aan of voor toevoegen.

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de kaartjes met zinsdelen naar het juiste zinsdeel.
In zijn lokaal
is
de wiskundedocent
lastige vraagstukken
aan het bespreken.
Dit zinsdeel zit niet in deze zin.
o
pv/wg
wg
lv

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Lees de zin hieronder. 
De zin is al voor je verdeeld in zinsdelen.  
Sleep de namen van de zinsdelen naar het juiste zinsdeel. Let op! Er blijven namen van zinsdelen over. 


Aan mijn oma | geeft | moeder | snel | haar nieuwe pedicuremachine. 
bwb 
ond
lv
wwg
mv
nwg

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde
Lijdend voorwerp
Dit zinsdeel geeft aan wie of wat iets doet.
Dit zinsdeel overkomt of ondergaat iets.
Dit zinsdeel vertelt wat het onderwerp in een zin doet.
Dit zinsdeel verandert mee als je de zin van tijd verandert.

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Lees de zin hieronder. 
De zin is al voor je verdeeld in zinsdelen.  
Sleep de namen van de zinsdelen naar het juiste zinsdeel. Let op! Er blijven namen van zinsdelen over. 


Aan de boom | hangt | een enorme baviaan.
bwb 
ow
lv
wg
mv

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Benoem alle zinsdelen.
Vorig schooljaar / heeft / Sanne / de lesstof

 / nog / aan Joris / uitgelegd.
pv - wg
ow
wg
lv
mv
bwb
bwb

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de kaartjes met zinsdelen naar het juiste zinsdeel.
Gisteren
wandelden
we
met de honden
in de sneeuw
door het bos.
ow
pv/wg
wg
bwb
bwb
bwb
bwb

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

          Welke vragen stel je om een bwb te zoeken?
     Sleep de juiste vragen naar het oranje blok BWB.
BWB
Hoe?
Wanneer?
Wat?
Waar?
Waarom?

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Opdrachten maken
§5.7 Grammatica
opdracht: 6 + 7 + 12

Slide 16 - Slide

This item has no instructions