herhalen P2 + P3

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • agenda
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • agenda

Slide 1 - Slide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • Boekenlijsten
  • Terugblik
  • Nakijken
  • Opdrachten maken

Slide 3 - Slide

Nakijken
  • P2: opdr. 1 t/m 4 af
  • P3: opdr. 2 t/m 5 + 7

Slide 4 - Slide

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

Slide 5 - Mind map

Wat is het verschil tussen de directe en indirecte rede?

Slide 6 - Mind map

Leestekens
Je gebruikt een dubbele punt om aan te geven dat er een opsomming, citaat of een verklaring/reden volgt.

Je gebruikt aanhalingstekens bij directe rede of citaten.
Let op: bij indirecte rede geen aanhalingstekens.

De buurman zei: 'Eet je vanavond mee?'
De buurman vroeg of ik vanavond mee at. 

Slide 7 - Slide

Welke leenwoorden hebben we in de Nederlandse taal?

Slide 8 - Mind map

Leenwoorden

Leenwoorden zijn vanuit andere talen in het Nederlands terechtgekomen.  De meeste woorden die we overnemen uit andere talen, worden na een tijdje aangepast aan het Nederlandse spellingsysteem.

sport (goal)                                      verkeer (airbag)
eten (café)                                        computers (printen)
uiterlijk (schmink)

Slide 9 - Slide

Engelse leenwoorden

  • Een samenstelling van Engelse woorden schrijf je in het Nederlands als één woord: latenightshow, voicemail.
  • Als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken: time-out, back-up
  • Als de combinatie wordt gezien als een woordgroep, schrijf je de delen los: second opinion, low budget

Slide 10 - Slide

Franse leenwoorden

Veel Franse woorden schrijf je in het Nederlands zonder accenttekens: compote, hotel, ragout.


In sommige Franse woorden schrijf je accenten op een klinker:
  • accent aigu (logé)
  • accent grave (crèche)
  • accent circonflexe (crêpe)

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Herhalen P2 + P3
Maak opdracht 1 t/m 4.

Klaar?
  • lezen in je leesboek
  • kies een puzzel (blz. 272 - 291)

timer
25:00

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Donderdag 16 mei:
Herhalen P2 + P3 af

Slide 13 - Slide