21 - 1HVD - SO + Gedicht 2.2

WELKOM 1D :)
Planning van deze les:

  • SO Grammatica (20 minuten) 
  • Gedicht

Volgende les
  • Gedicht 
  • Uitleg leerstof repetitie (vrijdag)


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM 1D :)
Planning van deze les:

  • SO Grammatica (20 minuten) 
  • Gedicht

Volgende les
  • Gedicht 
  • Uitleg leerstof repetitie (vrijdag)


Slide 1 - Slide

SO
Op je tafel: pen, leesboek

Stilte tijdens de SO. 

Klaar? Lees in je leesboek. Lees de leertekst op bladzijde 78 en het gedicht 'Flat of living dead'. 
timer
20:00

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les
- weet je waar je een gedicht aan herkent

Slide 3 - Slide

'Gedichten herken je meteen: ze rijmen.'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Gedichten zien er anders uit dan andere teksten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Gedichten hebben altijd dezelfde vorm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Gedichten vertellen
een verhaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Poëzie 


- Korte regels
- Veel wit

Slide 8 - Slide

Poëzie 

Kenmerken die je vaak tegenkomt:

• Sommige woorden hebben meerdere betekenissen.
• Woorden worden herhaald.
• Bij het laatste woord van een versregel moet je soms niet pauzeren maar doorlezen.
• Het gedicht is opgebouwd in strofen.

Slide 9 - Slide

Poëzie 



Kenmerken die je soms tegenkomt:

  • De woorden aan het eind van de regels rijmen.

  • De klank is belangrijk.



Slide 10 - Slide

                   Samenwerken 
timer
5:00
Wat
Maak online van hoofdstuk 1.2 opdracht 2, 3 en 4 (bladzijde 17)
Hoe
In tweetallen (vul het antwoord allebei in) 
Hulp
Help elkaar, na vijf minuutjes loop ik rond om vragen te beantwoorden
Tijd
Tot het einde van de les 
Uitkomst
We bespreken de antwoorden 
Klaar
Maak van hoofdstuk 2.2 opdracht 1 en lees de leertekst (figuurlijk taalgebruik) en lees het gedicht 'Flat of living dead'

Slide 11 - Slide

Aan het einde van deze les
- kan je figuurlijk taalgebruik herkennen

Slide 12 - Slide

Figuurlijk taalgebruik 
Je gebruikt een woord of uitdrukking niet in de letterlijke betekenis. Maar je roept er een beeld mee op waardoor je boodschap krachtiger overkomt. 

Slide 13 - Slide

Figuurlijk taalgebruik
Letterlijk: Een kip kan zonder kop nog een eindje lopen.
Figuurlijk: Hij praat als een kip zonder kop. 

Als het figuurlijke taalgebruik zó vaak gebruikt wordt dat je er moe van wordt, dan heet dat cliché. 'Ik voel me kiplekker'. Dat is niet origineel om bijvoorbeeld in een gedicht te zeggen. 

Slide 14 - Slide

Flat of living dead
  
We zaten in de auto, wachtend op groen
toen naast ons een flatgebouw stopte.
Ik geloofde mijn ogen
maar zag niet meteen wat ik zag.

Tien breed, acht hoog, 80 laden
kip. Niet opeengepakt, welnee
er konden vingers tussen.
Laden te laag om in te staan.



Ze keken me niet aan, hun ogen
achter vliesjes, soms langzaam
opengaand: het ooglid van een zieke
vóór hij zijn slaap in daalt.

De wind tastte door de tralies, plukte
aan veertjes, geen kip keek nog op.
Groen. Het duurde lang voor ik
mijn hoofd weer naar voren toe kon doen.

- Kees Spiering

Slide 15 - Slide

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Maak van hoofdstuk 2.2 (gedicht) opdracht 1 t/m 5 + 8
Hoe
Individueel, in stilte  
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna loop ik rond om vragen te beantwoorden
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
We bespreken de antwoorden 
Klaar
Lees in je leesboek of leer alvast voor de repetitie 

Slide 16 - Slide

Leerstof repetitie - vrijdag tijd voor vragen

Slide 17 - Slide

Samenvatting van de les
Jij kunt nu
  • gedichten herkennen 
  • figuurlijk taalgebruik herkennen

Huiswerk 
Lees de leerstof door van de repetitie en bedenk een vraag die je hebt over de leerstof. 

Vul de Exit Ticket in (dat mag met je telefoon) - daarna mag je je tas inpakken.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide