This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Discussie en debat
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Aan het einde van deze les weten jullie...
- hoe een debat gevoerd moet worden;
- wie er in je groepje zitten;
- wat jullie moeten doen.
Slide 2 - Slide
Doel
Je neemt deel aan een discussie en een debat.
Je kent de vier fasen van een discussie.
Je kent de begrippen die horen bij een debat (standpunt, argument, tegenargument, weerleggen).
Slide 3 - Slide
Wat is een discussie?
Slide 4 - Open question
Wat is een debat?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Video
Kies de juiste definitie van standpunt.
A
Zienswijze, mening, opvatting.
B
Dat wat je aanvoert ter ondersteuning van een bewering, een daad; bewijs(grond).
C
Aantonen dat iets niet waar is.
D
Hetgeen iem. als verklaring van een toestand, een door hem verrichte daad enz. geeft.
Slide 7 - Quiz
Kies de juiste definitie van argument.
A
Zienswijze, mening, opvatting.
B
Dat wat je aanvoert ter ondersteuning van een bewering, een daad; bewijs(grond).
C
Aantonen dat iets niet waar is.
D
Hetgeen iem. als verklaring van een toestand, een door hem verrichte daad enz. geeft.
Slide 8 - Quiz
Discussie
- probleem, oorzaken en oplossingen.
- begrip voor elkaars standpunt.
- tot overeenstemming komen.
- vier fasen: beeldvorming, inventariseren, reageren, besluiten.
Slide 9 - Slide
Beeldvorming
Wat is de vraag of het probleem? Zorg dat je dit duidelijk krijgt. Je zult hier vragen voor moeten stellen. Denk daarbij vooral aan de 5w+h-vragen.
Slide 10 - Slide
Waar staat 5w+h-vragen voor?
Slide 11 - Open question
Inventariseren
Alle meningen en ideeën over de oplossing bespreken.
Slide 12 - Slide
Reageren
Elkaar doorvragen over mening, oplossingen en argumenten.
Slide 13 - Slide
Besluiten
Afsluiten met een conclusie of oplossing.
Slide 14 - Slide
Debat
- woordenstrijd tussen twee partijen.
- positief vs. negatief standpunt.
- voorbereiden!
Slide 15 - Slide
Voorbereiding
- Verzamel informatie over je standpunt.
- Zet de voor- en tegenargumenten op een rij.
- Zorg voor objectieve argumenten!
Slide 16 - Slide
Debat
Opzetbeurt voorstanders (2 minuten):
de voorstander presenteert het standpunt en geeft daarbij alvast de belangrijkste argumenten.
Opzetbeurt tegenstanders (2 minuten):
De tegenstander valt het standpunt en de argumenten van de voorstander aan en voert eigen argumenten in.
Debat (11 minuten):
voor- en tegenstanders debatteren over en weer.
Slide 17 - Slide
https:
Slide 18 - Link
Opdracht
Maak groepjes van zes (drie voorstanders, drie tegenstanders). Bepaal een standpunt. Bedenk argumenten bij dit standpunt. Onderbouw je argumenten met feiten. Zoek op internet naar feiten die horen bij je argument.
Slide 19 - Slide
Vooruitblik...
Deze en volgende week werk je in je groepje je standpunt en argumenten uit. In de week van 15 - 21 maart voeren jullie het debat uit. Jullie krijgen hier tijd voor in de les. Maak een opname van het debat en lever deze opname in via opdrachten.