Menselijk lichaam

Menselijk lichaam
1 / 10
next
Slide 1: Mind map
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Menselijk lichaam

Slide 1 - Mind map

Wat betekent:
doen alsof je neus bloedt?
A
Je heel erg aanstellen
B
Iemand moed inspreken
C
Je goed voorbereiden op iets moeilijks
D
Doen alsof je van niets weet

Slide 2 - Quiz

Wat betekent:
door merg en been gaan?
A
Kwetsend of doordringend zijn
B
Straf krijgen
C
Iets heel mooi vinden
D
Onzeker zijn

Slide 3 - Quiz

Wat betekent:
op je kop krijgen?
A
De handstand doen
B
Straf krijgen
C
Een hoedje krijgen
D
Iets goed onthouden

Slide 4 - Quiz

Wat betekent:
iemand de stuipen op het lijf jagen
A
Een jurk maken voor iemand
B
Iemand veel vragen stellen
C
Iemand erg laten schrikken
D
Iemand aansteken met een verkoudheid

Slide 5 - Quiz

Hannah vindt het verhaal interessant om te horen. Ze...
A
heeft een oogje op iemand.
B
let niet op.
C
trekt haar wenkbrauwen op.
D
heeft er wel oren naar.

Slide 6 - Quiz

Ik stop met mijn huiswerk. Ik...
A
heb er mijn buik vol van.
B
spits mijn oren.
C
heb het hoog in mijn bol.
D
ben niet op mijn mondje gevallen.

Slide 7 - Quiz

Jasper keek erg verbaasd toen hij het nieuws hoorde. Hij...
A
stapte met het verkeerde been uit bed
B
heeft lange tenen.
C
trok zijn wenkbrauwen op.
D
heeft zijn hoofd er niet bij.

Slide 8 - Quiz

Karin zegt altijd wat ze ergens van vindt. Zij...
A
zit iemand op de hielen.
B
is niet op haar mondje gevallen.
C
maakt zich uit de voeten.
D
kijkt haar ogen uit.

Slide 9 - Quiz

Een hart van goud hebben.
De benen nemen.
Uit je nek kletsen.
Onzin praten.
Goed zijn voor andere mensen
Snel weggaan.

Slide 10 - Drag question