Spelling 2 AA 4 groep 8

Spelling 2 AA 4 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling 2 AA 4 

Slide 1 - Slide

Klankgroepen
Je kent de regels al.
1. Klinkt hij kort, zorg dat hij verdubbeld wordt
VB: pottenbakker
2. Klinkt hij lang, stuur een letter naar de gang
VB: rozenkweker
3. Bij een tweetekenklank, gebeurt er niks (boerenregel)
VB: woestijnen
4. Eindigt een woord op een lange klank, dan stuur je een klinker weg
VB: radio, cavia
5. Eindigt het op een "ee", schrijf je er wel twee
VB: oefendictee 

Slide 2 - Slide

Een woord met de hanenregel

Slide 3 - Mind map

Een woord met de kippenregel

Slide 4 - Mind map

Iemand die tennislessen geeft

Slide 5 - Open question

Iemand die potten bakt

Slide 6 - Open question

Iemand die verdachten bij staat
A
advoocaat
B
adfocaat
C
advokaat
D
advocaat

Slide 7 - Quiz

Iemand die horloges maakt

Slide 8 - Open question

Iemand die foto's maakt

Slide 9 - Open question

Iemand die op de radio presenteert

Slide 10 - Open question

Iemand die op garnalen vist
A
garnalenvisser
B
garnalenviser
C
garnaalenvisser
D
garnaalenviser

Slide 11 - Quiz

Iemand die reclametekeningen maakt

Slide 12 - Open question

Iemand die wacht houdt in een vuurtoren
A
vuurtoorenwagter
B
vuurtorrenwachter
C
vuurtorenwachter
D
vuurtorenwachtter

Slide 13 - Quiz

Iemand die auto's monteert
A
autoomonteur
B
auttomonteur
C
automonteur
D
automontteur

Slide 14 - Quiz

Zelfstandig werken = stil werken
Maak nu bladzijde 42 van je werkboek. Opdracht C mag je overslaan.
Klaar? Spellingsmol (8*) en werkwoordpaard (12*)
Klaar? Weektaak (zie je mail)
Klaar? TaalBlobs
Klaar? 1* grammaticaklussers
Klaar? Pakketten spellingsoefenen/taaloefenen
Tot 12:05

Slide 15 - Slide