HV1 NN6 H4 aanwijzend en vragend voornaamwoord

Opdracht in tweetallen:
Verdeel de onderstaande woorden in twee groepen: welke woorden horen volgens jullie bij elkaar? Er zijn verschillende goede oplossingen.
deze – wie – waar – daar – dit – welk – die – wat – dat

Fluister met elkaar. 
Noteer jullie antwoord in Word/ Pages/ Notes
Je hebt 2 minuten.
timer
2:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Opdracht in tweetallen:
Verdeel de onderstaande woorden in twee groepen: welke woorden horen volgens jullie bij elkaar? Er zijn verschillende goede oplossingen.
deze – wie – waar – daar – dit – welk – die – wat – dat

Fluister met elkaar. 
Noteer jullie antwoord in Word/ Pages/ Notes
Je hebt 2 minuten.
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Aantekening 
Vragend voornaamwoord vragen naar iets 
wie, wat, welk(e), wat voor (een) 


Aanwijzend voornaamwoord wijzen iets aan
deze, daar, dit, zulk(e), zo'n, dergelijk(e), die, zelf, hetzelfde dezelfde en dat


Slide 2 - Slide

Lesdoelen:
- Je kunt een aanwijzend en vragend voornaamwoord herkennen in de zin.

Slide 3 - Slide

Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
1) Wie
2) Wat
3) Welk(e)
4) Wat voor (een)
> Leer deze woorden uit je hoofd...
> De woorden duiden een vraag aan.
> Staan niet altijd aan het begin van een vraagzin
> Meer zijn er niet!

Slide 4 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
deze, die, dit, dat, zulk(e), zo’n, dergelijk(e), zelf, dezelfde, hetzelfde



> het aanw.vnw. wijst iets aan...

Slide 5 - Slide

Voorbeeldzinnen  aanw.vnw
Die boeken moeten nodig opgeruimd worden. 
Ik zou dat niet zo stellig durven zeggen. 
Zulke dingen kun je niet ongestraft doen. 
Wil je deze chocolaatjes, of heb je liever zulke
Zo’n huis is niet voor iedereen weggelegd. 
Ik heb precies datgene geleerd wat ik wilde leren. 
Zullen zij contact opnemen met degenen die de prijs gewonnen hebben? 


Slide 6 - Slide

Tips bij de opdrachten
> Kijk mee
> Noteer/ onthoud de tips
> Dat is handig als je zo aan de slag gaat!

Slide 7 - Slide

Wat is een voorbeeld van een vragend voornaamwoord?
A
als
B
waar
C
wie
D
daar

Slide 8 - Quiz

Waar, wanneer, waarom, waardoor, hoe zijn vragende voornaamwoorden
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is géén vragend voornaamwoord?
A
Wie
B
Hoe
C
Wat
D
Welk

Slide 10 - Quiz


Wat voor een boek heeft dat meisje meegenomen?
Welk woord is het aanwijzend voornaamwoord?

Slide 11 - Open question


Ik heb hetzelfde boek gekozen als zij.
Welk woord is het aanwijzend voornaamwoord?

Slide 12 - Open question


Zulke verhalen vind ik leuker dan andere.
Welk woord is het aanwijzend voornaamwoord?

Slide 13 - Open question


Grappig dat we van dezelfde verhalen houden.
Welk woord is het aanwijzend voornaamwoord?

Slide 14 - Open question


Welke tip geef je je klasgenoten om deze twee voornaamwoorden te leren? 

Slide 15 - Open question