This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Periode toets P2 basis kok
Januari 2020.
Het zijn 40 meerkeuze vragen.
Slide 1 - Slide
1. Welke mirepoix gebruik je voor het maken van een visbouillon?
A
B
C
Slide 2 - Quiz
2. Welk ingrediënt wordt er aan een gewone mirepoix toegevoegd om een vette mirepoix te krijgen?
A
Spek
B
Boter
C
Mager gehakt van het dier waarvan de bouillon is gemaakt
Slide 3 - Quiz
3. Uit welke groenten is een bouquet garni samengesteld?
A
Witte kool, prei, ui, wortel
B
Wit van prei, venkel, champignons, peterseliewortel
C
Selderij, wortel, prei, ui
Slide 4 - Quiz
4. Bouillon wordt gemaakt door het laten trekken van vlees en groenten in water. Welk deel van het rund is het meest geschikt voor het bereiden van een runderbouillon?
A
Dunne lende
B
Spierstuk
C
Schenkel
Slide 5 - Quiz
5. Om een runderbouillon een mooie donkere kleur te geven, wat doe je dan met de botten?
A
Blancheren
B
Pinceren
C
Rissoleren
Slide 6 - Quiz
6. De trektijd van een runderbouillon is ongeveer:
A
30 tot 45 minuten
B
6 tot 8 uur
C
2 tot 3 dagen
Slide 7 - Quiz
7. Welke soepen worden gemaakt van bouillon?
A
Alleen heldere soepen
B
Alleen gebonden soepen
C
Zowel heldere als gebonden soepen
Slide 8 - Quiz
8. Welke groentesoort is hier afgebeeld?
A
Artisjok
B
Pastinaak
C
Schorseneren
Slide 9 - Quiz
9. Als je deze groente snijdt, welke geur komt er dan vrij?
A
Een anijsachtige geur
B
Een knoflookachtige geur
C
Een sterke koollucht
Slide 10 - Quiz
10. Wat is de naam van deze groente soort?
A
Kouseband
B
Haricort verts
C
Peultjes
Slide 11 - Quiz
11. Welke van onderstaande peulvruchten moet je weken voordat je ze kunt gebruiken?
A
Boterbonen
B
Bruine bonen
C
Linzen
Slide 12 - Quiz
12. De rijst die je gebruikt voor het maken van risotto is een …
A
Plakkerig afkokende rijst dus een langgraankorrel
B
Plakkerig afkokende rijst dus een rondgraankorrel
C
Droogkokende rijst dus een rondgraankorrel
Slide 13 - Quiz
13. Het bereiden van pilaw rijst is een ovenbereiding. Het gebruikte vocht wordt volledig opgenomen door de rijst. Hoe wordt het volledig opnemen van het kookvocht in de rijst genoemd?
A
Absorbsie
B
Regenereren
C
Glaceren
Slide 14 - Quiz
14. Hoe komt het dat parboiled rijst gezonder is dan witte rijst?
A
Parboiled rijst bevat de zilvervlies nog met al zijn vitaminen en vezels
B
Door rijst met zilverlies te stomen gaan de voedingsstoffen over in de rijstkorrel zelf
C
Parboiled rijst wordt samen met gesnipperd ui gefruit en verder bereidt met bouillon door deze er per schep toe te voegen; de voedingsstoffen blijven zo goed behouden.
Slide 15 - Quiz
15. Welke paddenstoel is hier afgebeeld?
A
Chantarel
B
Oesterzwam
C
Portobello
Slide 16 - Quiz
16. Welke paddenstoel is hier afgebeeld?
A
Chantarel
B
Oesterzwam
C
Portobello
Slide 17 - Quiz
17. Welke paddenstoel is hier afgebeeld?
A
Chantarel
B
Oesterzwam
C
Portobello
Slide 18 - Quiz
18. Wanneer hebben paddenstoelen de beste kwaliteit? Wanneer...
A
de hoed gesloten is
B
ze zacht en slijmerig aanvoelen
C
ze erg droog zijn
Slide 19 - Quiz
19. Mihoen is doorschijnend van kleur en spaghetti niet. Dit heeft te maken met de samenstelling van het deeg. Waar zit hem het verschil?
A
Mihoen is gemaakt met eiwit en spaghetti met eidooier
B
Mihoen is bereidt met koud water, spaghetti met olijfolie
C
Mihoen heeft als zetmeel rijstebloem en spaghetti tarwebloem
Slide 20 - Quiz
20. Ravioli is:
Een pastasoort...
A
dat gemaakt is van een dun pasta deeg en dat door een gatenplaat is gedrukt boven kokend water
B
dat gevuld is en in vierkantjes of rondjes gesneden is
C
waarbij de vulling in een plakje pasta deeg gevouwen is
Slide 21 - Quiz
21. Wat is de naam van deze pastasoort?
A
Canneloni
B
Gnocchi
C
Mousseline
Slide 22 - Quiz
22. Wat is het verschil tussen een deeg en een beslag?
A
Een deeg heeft gist en een vetstof als ingrediënt
B
Een beslag heeft een vloeistof als ingrediënt
C
Een beslag is vloeibaar en een deeg is kneedbaar
Slide 23 - Quiz
23. Welk zetmeel product wordt gebruikt voor het bereiden van volkoren producten?
A
Bloem
B
Meel
C
Griesmeel
Slide 24 - Quiz
24. Hoe komt het dat je deeg voor koekjes minder lang kneed dan deeg voor brood?
A
Koekjes zijn plat en dus sneller klaar
B
Bij brood moet je een glutennetwerk vormen en dat kost tijd
C
Deeg van brood is taaier en daarom heeft het een langere kneed tijd
Slide 25 - Quiz
25. Waarvoor zorgt gist in het brooddeeg?
A
Het laten rijzen van het deeg en het verkrijgen van de broodgeur bij het afbakken
B
Het laten rijzen van het deeg en het vormen van het glutennetwerk bij het kneden
C
Het vormen van het glutennetwerk en het verkrijgen van de broodgeur bij het afbakken
Slide 26 - Quiz
26. Welk deeg is gebruikt om dit eindproduct te verkrijgen?
A
Filodeeg
B
Strüdeldeeg
C
Bladerdeeg
Slide 27 - Quiz
27. Welke noot is hier afgebeeld?
A
Cashewnoten
B
Macadamianoten
C
Pecannoten
Slide 28 - Quiz
28. Wat kan je rustig eten zonder bang te zijn voor je notenallergie?
A
Hazelnoten
B
Pinda’s
C
Pistache noten
Slide 29 - Quiz
29. Welke pit is hier afgebeeld?
A
Zonnebloempit
B
Pijnboompit
C
Pompoenpitten
Slide 30 - Quiz
30. Welk zaad is hier afgebeeld?
A
Maanzaad
B
Mosterdzaad
C
Sesamzaad
Slide 31 - Quiz
31. Welke uitleg past het best bij het schoonmaken als mise en place keukentechniek?
A
Het verwijderen van zichtbaar en onzichtbaar vuil van materialen en oppervlakten.
B
Het verwijderen van onzichtbaarvuil met behulp van een reinigings- en desinfecteermiddel .
C
Het verwijderen van vuil en niet eetbare delen van grondstoffen en producten.
Slide 32 - Quiz
32. Welke techniek wordt op de afbeelding getoond?
A
Ontvellen
B
Pellen
C
Schillen
Slide 33 - Quiz
34. Welke techniek wordt op de afbeelding getoond?
A
Afschuimen
B
Ontvetten van bouillon (dégraisseren)
C
Blancheren
Slide 34 - Quiz
33. Welke snijvorm wordt op de afbeelding getoond?
A
Brunoise
B
Chinoise
C
En des
Slide 35 - Quiz
35. Welke techniek wordt op de afbeelding getoond?
A
Aanbakken
B
Aanfruiten
C
Aanzweten
Slide 36 - Quiz
36. Welke techniek wordt op de afbeelding getoond?
A
Afbakken
B
Blindbakken
C
Vullen
Slide 37 - Quiz
37. Welke techniek wordt op de afbeelding getoond?
A
Blenderen
B
Cutteren
C
Snijden
Slide 38 - Quiz
38. Welke techniek pas je toe met behulp van het afgebeelde keukenmateriaal?
A
Napperen
B
Roeren
C
Spatelen
Slide 39 - Quiz
39. Welke techniek pas je toe met behulp van het afgebeelde keukenmateriaal?
A
Raspen
B
Snijden
C
Schaven
Slide 40 - Quiz
40. Welke techniek pas je toe met behulp van het afgebeelde keukenmateriaal?
A
Doordraaien
B
Passeren
C
Zeven
Slide 41 - Quiz
Dit was de toets
Ga terug naar de eerste vraag en loop de toest nog eens door. Controleer de antwoorden die je gegeven hebt. Zijn ze nog steeds goed?
Sluit daarna de toets af en meld je op de afgesproken tijd weer in de online les!