TH6 Voortplanting bij planten en dieren (Herhaling)

Herhaling Thema 6
Voortplanting bij planten en dieren
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling Thema 6
Voortplanting bij planten en dieren

Slide 1 - Slide

https://create.kahoot.it/share/bloemen-vruchten-zaden/a5892e29-d727-4de1-a471-409d3936e524

Slide 2 - Slide

Einde van de quiz!


Welke vragen vond je lastig?
Lees die basisstof thuis nog een keer door!


Slide 3 - Slide

Opdracht
Maak 3 vragen over de samenvatting (blz 209).  
Die vragen bespreken we over 10 minuten.
Werk in stilte



timer
10:00

Slide 4 - Slide



Klik de plaatjes aan om ze te vergroten!


Slide 5 - Slide

Deel A
Geef aan of de volgende stellingen juist of onjuist zijn.


Slide 6 - Slide

Een stamper is een vrouwelijk voortplantingsorgaan van een bloem.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Insectenbloemen maken meer stuifmeelkorrels dan windbloemen.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Nummer 3 geeft een mannelijk voortplantingsorgaan aan.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Op de plaatsen 1 en 2 kunnen zich stuifmeelkorrels bevinden.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Op plaats 3 kan bevruchting plaatsvinden.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Uit een vruchtbeginsel ontstaat een bevruchte eicel.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Bij geslachtelijke voorplanting hebben de nakomelingen erfelijke eigenschappen van de ouders
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Deel B
Beantwoord de volgende open vragen.

Wanneer een nummer wordt gevraagd, typ dan alleen het cijfer in (bijv: '2' en niet 'bij nummer twee').

Slide 14 - Slide

Welke delen van een bloem zijn de
mannelijke voortplantingsorganen?

Slide 15 - Open question

Hoeveel vruchtbeginsels zijn er
in de afbeelding getekend?
(typ alleen het getal)

Slide 16 - Open question

Hoeveel zaadbeginsels zijn er in
de afbeelding getekend?
(typ alleen het getal)

Slide 17 - Open question

Wat is de functie van deel 4?

Slide 18 - Open question

Deel C
Beantwoord de volgende meerkeuzevragen.
Kies steeds het beste antwoord.

Slide 19 - Slide

Is deel 3 groen of opvallend gekleurd?
A
groen gekleurd
B
opvallend gekleurd

Slide 20 - Quiz

Is deze bloem een windbloem of een insectenbloem?
A
windbloem
B
insectenbloem

Slide 21 - Quiz

Wordt in deze bloem nectar gemaakt?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Bij welke bloemen zijn de stempels het grootst, bij windbloemen of bij insectenbloemen?
A
windbloemen
B
insectenbloemen

Slide 23 - Quiz

Wat is de functie van deel P
in de afbeelding?
A
Het vormen van eicellen.
B
Het vormen van stuifmeelkorrels.
C
Het aanlokken van insecten.
D
Het beschermen van de bloem in de knop.

Slide 24 - Quiz

In de afbeelding gaat stuifmeel van de ene
bloem naar de andere bloem.
Bij welke pijl(en) is er sprake van bestuiving?

A
1, 2 en 3
B
1 en 2
C
alleen 1
D
2 en 3

Slide 25 - Quiz

Bij welke bloemen zijn de kroonbladeren
meestal groen?
A
Alleen bij insectenbloemen.
B
Alleen bij windbloemen.
C
Zowel bij insectenbloemen als windbloemen.

Slide 26 - Quiz

Drie gebeurtenissen zijn:
1 De top van een stuifmeelbuis barst open.
2 Er vindt bestuiving plaats.
3 Er groeit een stuifmeelbuis uit een stuifmeelkorrel.
Wat is de juiste volgorde van deze gebeurtenissen?
A
1-2-3
B
2-1-3
C
2-3-1
D
3-1-2

Slide 27 - Quiz

Een bepaalde bloem bevat veel zaadbeginsels. In een van de zaadbeginsels bevindt zich een bevruchte eicel.

Heeft in deze bloem bestuiving plaatsgevonden?
En heeft in deze bloem bevruchting plaatsgevonden?

A
zowel bestuiving als bevruchting
B
alleen bestuiving
C
alleen bevruchting
D
geen bestuiving en geen bevruchting

Slide 28 - Quiz

Een bepaalde bloem bevat veel zaadbeginsels. In een van de zaadbeginsels bevindt zich een bevruchte eicel.

Wat ontstaat er uit de bevruchte eicel?

A
een kiem
B
een vrucht
C
een zaad

Slide 29 - Quiz

Een bol is een
A
korte stengel met rokken
B
verdikte wortel met rokken
C
verdikte knop
D
een zaadje

Slide 30 - Quiz

Deel D
Sleepvragen

Slide 31 - Slide

Geslachtelijke voorplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Knollen
Bollen
Stamper
Meeldraad
Stekken
Bloem

Slide 32 - Drag question

Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Er vindt bevruchting plaats
Een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme
Voortplanting met geslachtsorganen
Nakomeling heeft dezelfde erfelijke eigenschappen

Slide 33 - Drag question

Kroonbladeren
Kelkbladeren
Meeldraad
Stamper

Slide 34 - Drag question