Oefentoets - Voortplanting bij planten en dieren

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Oefentoets 

Voortplanting bij planten en dieren

Een stamper is een vrouwelijk voortplantingsorgaan van een bloem.

1. juist
2. onjuist

Insectenbloemen maken meer stuifmeelkorrels dan windbloemen.

1. juist
2. onjuist

Bij veel windbloemen steken de meeldraden buiten de bloem uit.

1. juist
2. onjuist

Nummer 3 geeft een mannelijk voortplantingsorgaan aan.

1. juist
2. onjuist

Uit een vruchtbeginsel ontstaat een bevruchte eicel.

1. juist
2. onjuist

Deze sinaasappel bevat vier zaden.

Hoeveel zaadbeginsels zijn er bevrucht?

1. 1 zaadbeginsel
2. 4 zaadbeginsels

Hieronder staan twee zinnen:
1. Een erwt is een voorbeeld van een zaad
2. Een sperzieboon is een voorbeeld van een vrucht

Welke van deze zinnen is of zijn juist?

1. alleen zin 1 is juist
2. alleen zin 2 is juist
3. beide zinnen zijn juist
4. beide zinnen zijn onjuist

Hiernaast staan drie bloemen. 

Met vier pijlen staan verschillende manieren van bestuiving aangegeven.

Welk cijfer geeft geen bestuiving aan?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?

1. ja
2. nee

Heeft hier bevruchting plaatsgevonden?

1. ja
2. nee

In welke volgorde verloopt de voortplanting bij bloemen?

1. bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
2. bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
3. bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
4. bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

In de afbeelding hiernaast is een druif te zien. 

In de druif zitten vier pitten

Door hoeveel stuifmeelkorrels is de bloem 

waaruit de druif is ontstaan bevrucht?

1. door één stuifmeelkorrel
2. door twee stuifmeelkorrels
3. door vier stuifmeelkorrels
4. door acht stuifmeelkorrels

In welke delen van bloemen komen
zaadbeginsels voor?

1. alleen in de helmdraden
2. alleen in de helmhokjes
3. alleen in de vruchtbeginsels
4. in de meeldraden en in de stampers

Bij welke bloemen hangen de meeldraden buiten de bloem? bij windbloemen of insectenbloemen?

1. windbloemen
2. insectenbloemen

Wat is de functie van deel P
in de afbeelding?

1. Het vormen van eicellen.
2. Het vormen van stuifmeelkorrels.
3. Het aanlokken van insecten.
4. Het beschermen van de bloem in de knop.

Wat is de functie van deel Q
in de afbeelding?

1. Het vormen van eicellen.
2. Het vormen van stuifmeelkorrels.
3. Het aanlokken van insecten.
4. Het beschermen van de bloem in de knop.

In de afbeelding gaat stuifmeel van de ene
bloem naar de andere bloem.
Bij welke pijl(en) is er sprake van bestuiving?

1. 1, 2 en 3
2. 1 en 2
3. alleen 1
4. 2 en 3

Bij welke bloemen zijn de kroonbladeren
meestal groen?

1. Alleen bij insectenbloemen.
2. Alleen bij windbloemen.
3. Zowel bij insectenbloemen als windbloemen.

Zet de zinnen in de juiste volgorde:
1 De kern van de stuifmeelkorrel komt bij de kern van
de eicel.
2 Er vindt bestuiving plaats.
3 Er groeit een stuifmeelbuis uit een stuifmeelkorrel.

1. 1-2-3
2. 2-1-3
3. 2-3-1
4. 3-1-2

Wat zie je hier?
Een...

1. Windbloem
2. Insectenbloem
3. Een lelijke bloem
4. Dit is geen bloem

Een bloem bevat veel zaadbeginsels. In een van de zaadbeginsels zit een bevruchte eicel.

1. Heeft in deze bloem bestuiving plaatsgevonden?
2. Heeft in deze bloem bevruchting plaatsgevonden?

1. zowel bestuiving als bevruchting
2. alleen bestuiving
3. alleen bevruchting
4. geen bestuiving en geen bevruchting

Een bloem bevat veel zaadbeginsels. In een van de zaadbeginsels zit een bevruchte eicel.

Wat ontstaat er uit de bevruchte eicel?

1. een kiem
2. een vrucht
3. een zaad

Stempel

Stijl

Kroonblad

Meeldraad

Kelk
blad

Stamper

Insectenbloem

Windbloem

geen 

kroonbladeren

nectar

meeldradenin de bloem

maken veel stuifmeel

geur

felgekleurde kroonbladeren

Eicel

Kern eicel

Kern stuifmeel

Stempel

Stijl

Stuifmeelbuis

Stuifmeelkorrel

Vruchtbeginsel

Zaadbeginsel

Hoeveel vruchtbeginsels zijn er
in de afbeelding getekend?
(typ alleen het getal)

Hoeveel zaadbeginsels zijn er in
de afbeelding getekend?
(typ alleen het getal)

Met welk nummer is in deze
afbeelding een mannelijk
voortplantingsorgaan
aangegeven?