What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
M&A H3 Ken je doelgroep
Mens en Activiteit
h 3
Ken je doelgroep
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
6 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Mens en Activiteit
h 3
Ken je doelgroep
Slide 1 - Slide
Doelstellingen
De volgende vragen zijn belangrijk bij het nadenken over de doelgroep:
Ken je je doelgroep?
Kun je rekening houden met je doelgroep?
Kun je contact leggen met je doelgroep?
Ken je het verschil tussen formeel en informeel?
Weet je wat homogene en heterogene groepen zijn?
Kun je wensen en behoeften van de doelgroep achterhalen?
Kun je een enquête afnemen?
Kun je observeren?
Slide 2 - Slide
Heterogene en homogene groepen
Heterogene groepen:
verschillende eigenschappen zoals leeftijd, interesses, leefstijl en geslacht.
Homogene groepen:
dezelfde eigenschappen zoals leeftijd, interesses, leefstijl en geslacht.
Slide 3 - Slide
Op welke manieren kun je de groep kinderen op de foto omschrijven?
A
Heterogene groep+ Verticale groep
B
Homogene groep + Verticale groep
C
Heterogene groep + Horizontale groep
D
Homogene groep + Horizontale groep
Slide 4 - Quiz
Informatie verzamelen over je doelgroep
CBS: hier kan je van alles vinden over je doelgroep in een bepaalde wijk
Aantallen
Mannen en vrouwen
Culturele achtergrond
Inkomens
Werkend of werkeloos
Demografische gegevens geven je informatie over de bevolking in een gemeente per wijk.
zoekterm: CBS kerncijfers wijken en buurten
Slide 5 - Slide
www.cbs.nl
Slide 6 - Link
Ontwikkelingsfase en gezondheid
Als je een activiteit gaat organiseren moet je rekening houden met de ontwikkelingsfase en de gezondheid en de Sociale omgeving
Als je de sociale omgeving van je doelgroep kent dan weet je met wie ze allemaal te maken hebben:
Vrienden
Familie
Buren
Mensen op de sportclub
Collega’s op het werk
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Wat is cultuur?
A
Dit is de overdracht van kennis
B
Dit is je waarden en normen
C
Dit is je geloof
D
Dit is de overdracht van kennis, waarden en normen tussen verschillende mensen
Slide 9 - Quiz
Cultuur
Waarden
: de dingen die jij belangrijk vindt, zoals eerlijkheid, respect, vrijheid en vriendschap.
Normen
: hoe jij je gedraagt volgens je eigen waarden (regels)
Niet liegen
U zeggen tegen de ouderen
Niet stelen
Gaan staan voor ouderen in de metro
Slide 10 - Slide
Een cultuur is een groep mensen met dezelfde
A
gedachten
B
waarden, normen en gewoonten
Slide 11 - Quiz
Wat is het verschil tussen normen en waarden?
A
Norm is een regel, waarden is waarom jij dat belangrijk vindt
B
Waarden is een regel, norm is waarom jij dat belangrijk vindt
C
Normen en waarden zijn allebei hetzelfde. Het zijn allebei regels
D
Norm is een regel en een waarden is een mening
Slide 12 - Quiz
Welke norm hoort bij de waarde
'We stellen eerlijkheid erg op prijs'?
A
We keuren agressief gedrag af.
B
We waarderen het als iemand geduldig met kinderen omgaat.
C
We stellen eerlijk zijn erg op prijs.
D
Je mag niet stelen.
Slide 13 - Quiz
Ouderen worden met 'u' aangesproken binnen een leefstijlcentrum. Is dit een waarde of een norm
A
waarde
B
norm
Slide 14 - Quiz
Noem een aantal verschillende culturen in ons land
Slide 15 - Open question
Cultuur
Multi culturele samenleving:
Dit betekent dat mensen van verschillende culturen(uit verschillende landen) vreedzaam naast elkaar leven.
Migratie:
verhuizen van mensen naar een ander land
Emigratie
: mensen die vanuit een land naar het buitenland verhuizen.
Welke mensen zijn naar Nederland gekomen:
Vluchtelingen
Gastarbeiders
Mensen uit de koloniën
Slide 16 - Slide
Cultuurkenmerken
Geloof
Rolverdeling man/vrouw
Muziek
Tradities
Politiek
Waarden en normen
Uiterlijke kenmerken
Wij of ik cultuur
Kleding
Subcultuur: groep binnen de samenleving die een deel van de cultuur niet willen overnemen.
Slide 17 - Slide
Islam
Jodendom
Christendom
Hindoeisme
Slide 18 - Drag question
Brahma, Vishnu, Shiva
Veda
vegetarisch
Reïncarnatie
Heilige koe
Allah
Mohammed
5 x bidden per dag
Mekka
Ramadan
Koran
halal
Moskee
Jezus Christus
Bijbel
zondag rustdag
kerk
God
Thora
10 geboden
sabbat
synagoge
spijswettent
Islam
Jodendom
Christendom
Hindoeisme
Slide 19 - Drag question
Christendom
Jodendom
Hindoeisme
Islam
Slide 20 - Drag question
Boeddhisme
Christendom
Islam
Hindoeisme
Joodse geloof
Geen vlees. Liever geen knoflook, prei en ui.
Geen alcohol en andere verslavende middelen.
Geen varkensvlees en vlees van dieren die zelf dieren eten. Vlees moet ritueel geslacht zijn. Geen alcohol, drugs, sigaretten.
Eigenlijk geen voedselvoorschriften. Vroeger werd er op vrijdag geen vlees gegeten.
Liever geen vlees, vooral geen koeienvlees. Liever geen ei.
Geen varkensvlees. Geen schaaldieren. Eten moet koosjer zijn. Vlees en melkproducten mogen niet samen bereid worden. Vlees moet ritueel geslacht zijn.
Slide 21 - Drag question
Interesses, wensen en behoeften achterhalen bij de doelgroep
Het eerste contact
(bijv. kennismakingsgesprek)
Formeel of informeel
Signalen opvangen
verbaal en non-verbaal
Enquête maken / Interview afnemen
open en/ gesloten vragen
Observeren
beschrijvende observatie of met een schema
Slide 22 - Slide
Welk signaal is non-verbaal?
A
Schelden
B
Klagen
C
Wenkbrauwen fronsen
D
Roepen
Slide 23 - Quiz
non verbale communicatie
A
is een manier van communiceren waarbij je alleen gebaren en gezichtsuitdrukkingen gebruikt
B
communiceren met woorden, dus bijvoorbeeld door te schrijven of te praten.
C
is massamedia via woorden
D
is via de email, of via de krant
Slide 24 - Quiz
Ey gappie, geef mij eens zo'n hotdog met een saussie! Dit is een:
A
Formeel gesprek
B
Informeel gesprek
Slide 25 - Quiz
Geachte meneer, hierbij laat ik weten dat wij een feest organiseren. Hartelijke groeten, meneer De Boer. Dit is een:
A
Formeel gesprek
B
Informeel gesprek
Slide 26 - Quiz
Een gesprek tussen een baliemedewerker en een klant. Dit is een....
A
Informeel gesprek
B
Formeel gesprek
Slide 27 - Quiz
Gesloten vragen
Open vragen
Bent u moe?
Wilt u vandaag of morgen uw zoon bellen?
Hoe smaakte het eten vanmorgen?
Waarom bent u boos?
Wilt u nu de krant lezen?
Wat heeft u voor uw verjaardag gekregen?
Slide 28 - Drag question
Waarnemen en observeren
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
Slide 32 - Video
Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?
A
Objectief is je mening, subjectief is zakelijk
B
Objectief is feitelijk en subjectief ook
C
Objectief is feitelijk en subjectief is je mening
Slide 33 - Quiz
Observeren (en rapporteren) doe je
A
subjectief
B
objectief
Slide 34 - Quiz
Masja komt huilend het KDV binnen en roept dat bij mama wil blijven.
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 35 - Quiz
De hele klas heeft een voldoende voor wiskunde
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 36 - Quiz
‘Martijn was vandaag lastig en vervelend, hij wilde niet eten en slapen en huilde de hele dag’
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 37 - Quiz
Nadat wij aankwamen, kregen wij een lekker gebakje met een kop koffie of thee.
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Video
Slide 40 - Video
More lessons like this
M&A H3 Ken je doelgroep
January 2023
- Lesson with
43 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
M&A - Hoofdstuk 3 Ken je doelgroep
February 2024
- Lesson with
24 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Myrthe
November 2021
- Lesson with
21 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3 – Ken je doelgroep
January 2024
- Lesson with
16 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Hoofdstuk 3 – Ken je doelgroep (tessa)
March 2024
- Lesson with
35 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
M&A - Hoofdstuk 3 (21)
October 2023
- Lesson with
22 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Mens en Activiteit
February 2024
- Lesson with
24 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
K4 Mens en Activiteit - Ken je doelgroep
October 2023
- Lesson with
20 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3,4