Check in Duursporters gaan vaak op hoogtestage in de bergen. Er worden dan meer bloedcellen aangemaakt van een bepaald type. Welk type bloedcel wordt meer aangemaakt en waarom is dit handig voor de duursporter?
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Check in Duursporters gaan vaak op hoogtestage in de bergen. Er worden dan meer bloedcellen aangemaakt van een bepaald type. Welk type bloedcel wordt meer aangemaakt en waarom is dit handig voor de duursporter?
Slide 1 - Open question
B2: De bloedsomloop
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
* Ik kan de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden
* Ik kan de 3 soorten bloedvaten benoemen met hun
kenmerken en functies
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Slide
De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.
Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart.
Slide 6 - Slide
Kleine
bloedsomloop
Afgeven van koolstofdioxide
Opnemen van zuurstof
Hart -> longen -> hart
Slide 7 - Slide
Grote bloedsomloop
Afgeven zuurstof aan organen
Opname koolstofdioxide van de organen
Hart -> organen -> hart
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Namen bloedvaten
Slide 10 - Slide
Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed.......
A
2x door de longen
B
2x door het hart
C
2x door alle organen
Slide 11 - Quiz
hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 12 - Quiz
Bloedvaten
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Een bloedvat heeft een dikke wand. Welk soort bloedvat is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
Slide 18 - Quiz
Een bloedvat heeft overal kleppen. Welk soort bloedvat is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
Slide 19 - Quiz
Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
A
ja
B
nee
C
soms
D
Ze bevatten alleen heel veel koolstofdioxide
Slide 20 - Quiz
1
2
5
4
3
7
8
longader
longslagader
aorta
onderste holle ader
bovenste holle ader
haarvaten
Slide 21 - Drag question
In welke bloedvaten is de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten
D
alleen in slagaders
Slide 22 - Quiz
Zie je hiernaast een voorbeeld van...
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten
Slide 23 - Quiz
Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
Dunne wand, weinig gespierd
Vervoert bloed van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling
Slide 24 - Drag question
Hoe heet het soort bloedvat waardoor bloed van het hart af stroomt?
Slide 25 - Open question
Leerdoelen
* Ik kan de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden
* Ik kan de 3 soorten bloedvaten benoemen met hun
kenmerken en functies
Slide 26 - Slide
In hoeverre heb jij de leerdoelen voor deze les bereikt?
Slide 27 - Poll
Praktische opdracht
Ga naar it's learning
- download de opdracht: een rode bloedcel op reis door je
lichaam
- lees de opdracht goed door en ga ermee aan de slag