Taal

Hoe noem je een klein zacht broodje?
A
Bolletje
B
Boterham
C
Krentenbol
D
Kadetje
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
Basisschool

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Hoe noem je een klein zacht broodje?
A
Bolletje
B
Boterham
C
Krentenbol
D
Kadetje

Slide 1 - Quiz

Hoe noem je de buitenkant van een ei?
A
Eierdooier
B
Eierschaal
C
Schaal
D
Eigeel

Slide 2 - Quiz

Wat is een stekje?
A
Een plantje
B
Wortels
C
Een stukje van een plant met nieuwe wortels.
D
Bloemen

Slide 3 - Quiz

Noem een ander woord voor: klein.
A
Fors
B
Pietepeuterig
C
Teer
D
Reusachtig

Slide 4 - Quiz

Noem een ander woord voor: groot
A
Kolossaal
B
Klein
C
Iel
D
Heel groot

Slide 5 - Quiz

Wat is wortelen
A
Groente
B
Eten voor een paard
C
Stekken
D
Nieuwe wortels maken

Slide 6 - Quiz

Bij welk dier past het best donzig bij?
A
Een puppy
B
Een kuikentje
C
Een kitten
D
Een marmot

Slide 7 - Quiz

Welk woord past het best bij: kikkerdril?
A
Kikkervisjes
B
Krokodil
C
Sloot
D
Vissen

Slide 8 - Quiz

Wat is: krioelen?
A
Knuffelen
B
Kruipen
C
Druk door elkaar bewegen
D
Koprollen

Slide 9 - Quiz

Klein

Slide 10 - Mind map