Les 3, ablativus

1 / 15
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord
op de vraag: waar, wanneer, waar, hoe.
Bedenk zelf een voorbeeld van een
bijwoordelijke bepaling in het Nederlands.

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Puella =
(tip: bedenk bij welke groep puella hoort en kijk in dat rijtje)
A
nom ev
B
abl ev
C
nom/ abl ev

Slide 9 - Quiz

patri =
(tip: bedenk bij welke groep pater hoort en kijk in dat rijtje)
A
dat ev
B
abl ev
C
nom mv
D
acc mv

Slide 10 - Quiz

Vertaal: Urbem muris defendunt.
defendere = verdedigen; urbs = stad; murus = muur

Slide 11 - Open question

Vertaal: Nocte milites dormiunt.
(nox = nacht, miles = soldaat, dormire = slapen)

Slide 12 - Open question

Hostem gladio necant.
(hostis = vijand; gladius = zwaard; necare = doden)

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide