Je kunt zeggen uit hoeveel zinsdelen een zin bestaat.
Je kunt alle delen van de zin benoemen (pv, wg, ow, lv, mv, bwb)
Je kent de zwabbelww's uit je hoofd
Je kent het verschil tussen een doe- en zijn-zin
Je kunt een doe-zin ontleden (pv, wg, ow, lv, mv, bwb)