This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Geweldloze communicatie: De kracht van woorden
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de gespreksmethode van geweldloze communicatie toepassen in verschillende situaties.
Slide 2 - Slide
Introduceer het leerdoel van de les en leg uit waarom het belangrijk is om deze methode te leren.
Wat weet jij al over geweldloze communicatie?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is geweldloze communicatie?
Geweldloze communicatie is een manier om op een respectvolle en effectieve manier te communiceren, zonder anderen te kwetsen.
Slide 4 - Slide
Leg uit wat geweldloze communicatie is en wat het doel ervan is.
De vier stappen
Geweldloze communicatie bestaat uit vier stappen: 1. Waarneming, 2. Gevoel, 3. Behoefte, 4. Verzoek.
Slide 5 - Slide
Leg de vier stappen uit en geef voorbeelden van elke stap.
Stap 1: Waarneming
Bij de eerste stap beschrijf je een concrete situatie zonder oordeel.
Slide 6 - Slide
Laat de leerlingen oefenen met het formuleren van een waarneming zonder oordeel.
Stap 2: Gevoel
Bij de tweede stap benoem je het gevoel dat de situatie bij jou oproept.
Slide 7 - Slide
Laat de leerlingen oefenen met het benoemen van hun gevoelens in verschillende situaties.
Stap 3: Behoefte
Bij de derde stap geef je aan welke behoefte er achter jouw gevoel zit.
Slide 8 - Slide
Laat de leerlingen oefenen met het identificeren van hun behoeften in verschillende situaties.
Stap 4: Verzoek
Bij de vierde stap vraag je op een respectvolle manier om wat je nodig hebt.
Slide 9 - Slide
Laat de leerlingen oefenen met het formuleren van een verzoek op een respectvolle manier.
Oefenen
Oefen met een partner en pas de vier stappen toe op een situatie waarin je jezelf hebt geïrriteerd.
Slide 10 - Slide
Laat de leerlingen in tweetallen oefenen met het toepassen van de vier stappen in verschillende situaties.
Reflectie
Reflecteer op de les en bedenk hoe je geweldloze communicatie kunt toepassen in je dagelijks leven.
Slide 11 - Slide
Sluit de les af met een reflectieopdracht en geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 13 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 14 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.